Inleiding

Ronald Meester heeft, op verzoek van staatssecretaris Jean Rummenie (BBB), zich gebogen over het Nederlandse stikstofdiscours. Afgelopen week zijn Meesters bevindingen naar buiten gebracht:

De illusie van een betrouwbare stikstof-modelwerkelijkheid. Een onderzoek naar de onzekerheden in het wetenschappelijke stikstofdiscours; Aerius/OPS, Kritische Depositiewaardes, Natuurdoelanalyses, en de adviezen van de Ecologische Autoriteit

Wie het stikstofmonstrum, dat de Nederlandse samenleving al decennialang terroriseert, wilt begrijpen moet deze studie helemaal lezen. De vraagstelling die Meester adresseert is als volgt:

  • “gereflecteerd wordt op de wijze waarop in de huidige handreiking NDA’s (en dus toegepast in de huidige NDA’s - Natuurdoelanalyses) met de statistische relevantie van de berekende stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden wordt omgegaan en aanbevelingen te doen om hier verbetering in aan te brengen ten behoeve van de nieuwe handreiking;
  • het gebruik van stikstofmodellen in een historisch perspectief wordt geplaatst;
  • de algemene principes rondom het gebruik van statistische modellen in hoofdlijnen worden geschetst.”

Waarde Arthur Petersen heeft een review geschreven over het rapport van Meester. Daar heeft Meester lezenswaardig op gereageerd. Het blijkt uiteindelijk dat Petersen een stroman in de fik heeft gestoken.

De vragen aan hem gesteld waren principieel anders dan de vragen die Meester heeft bestudeerd.

De ambtelijke top van LNV zag de studie van Meester met lede ogen aan. Er werd zelfs geadviseerd aan de staatssecretaris het rapport niet te gebruiken voor toekomstige besluitvorming of verdere beleidsontwikkeling waaronder de actualisering van de handreiking voor de NDA’s.

Dat ligt voor de hand. Waarde Meester tilt de steen op waaronder de ambtelijke schorpioen ligt. Dat wil zeggen, de politiek staat niet aan het stikstofroer. Verkiezingen helpen daar niets bij. Het ambtelijke apparaat wil koste wat kost het stikstofmonstrum in de lucht houden.

Dat moet veranderen.

Dat gezegd hebbende, de meeste politici zijn nauwelijks in staat het stikstofdiscours te doorgronden laat staan daarin keuzes te maken die niet worden ingefluisterd door epibrerende ambtenaren.

Chapeau dus aan Rummenie die dat wel heeft aangedurfd. Enfin, de inhoud.

Autoritair ecologisch met KDW

Ik zal het Meester-werk niet uitputtend bespreken. Nogmaals waarde lezers, download het rapport (en het commentaar op de review) en laat u verrassen door de inzichten van deze hoogleraar. In de samenvatting gaat waarde Meester al los (met nadruk):

“Ik heb allereerst vastgesteld dat de natuurdoelanalyses (NDA’s) en de adviezen van de Ecologische Autoriteit (EA) blijk geven van een ‘maakbaar’ wereldbeeld waarin metaforische knoppen zijn bedacht waar we aan kunnen draaien teneinde een bepaald doel te bereiken. Kritische depositiewaardes (KDW’s) zijn in dit wereldbeeld unieke en exacte getallen. Uitkomsten van Aerius/OPS berekeningen zijn reëel en worden zonder marges of onzekerheden gebruikt. De natuur zal herstellen als de depositie onder de KDW komt, en boven de KDW zal of kan stikstofdepositie ‘significante’ schade aan de natuur toebrengen.

Duidelijke taal die in stikstofland zelden tot nooit wordt gehoord. De gedachte, stelt Meester, “dat er een unieke en wel gedefinieerde KDW zou bestaan voor individuele habitats is onjuist.” Bravo, mee eens; het zal waarde lezers niet verbazen.

De Ecologische Autoriteit (EA) ontkomt evenmin aan Meesters messcherpe kritiek als het gaat over het verstaan en het gebruik van KDW. Ik geef een voorbeeld met daarin de EA aan het woord en Meesters commentaar daarop (met nadruk):

“Voorbeeld 4: “Verdere verslechtering moet ook worden voorkomen door beperking van de stikstofdepositie. De huidige depositie ligt in het gebied nu tussen 1497 en 1936 mol N/ha/jaar. De meest kritische depositiewaarde (van H3130 Zwakgebufferde vennen) is veel lager, namelijk 500 mol N/ha/jaar (dit betreft de aangepaste KDW, zie tekstkader hieronder). De Ecologische Autoriteit rekent uit dat de stikstofdepositie dus met 75% omlaag moet om de natuurdoelen te behalen. De NDA presenteert alleen de KDW en huidige (en verwachte) deposities, maar verbindt hier verder geen (gekwantificeerde) conclusies aan.” (5083 Lonnekermeer, blz. 10)

De EA interpoleert lineair tussen KDW en Aerius calculaties zonder enige reflectie op onzekerheden in beide. Daarnaast wordt KDW hier specifiek opgevat als een harde grens. Eén van de definities van de KDW luidt echter als volgt: “De kritische depositie is een kwantitatieve schatting van de blootstelling aan één of meer verontreinigende stoffen, waar beneden geen significante schadelijke effecten optreden aan gespecificeerde gevoelige elementen in het milieu, volgens de huidige stand van kennis.” Hoewel deze definitie tal van zaken ontbeert - zoals een tijdsschaal waarop schade van een bepaald gedefinieerde soort zichtbaar moet worden - kan het absoluut niet als een harde grens worden opgevat zoals de EA hier poneert.

Meester gaat op dit thema trouwens niet lichtzinnig te werk. Alle toen beschikbare EA adviezen werden met behulp van AI software aan de tand gevoeld met drie zoekprompts. Vervolgens werden 12 voorbeelden uit evenzoveel EA adviezen geciteerd en becommentarieerd waarvan deze er een is.

Meester concludeert dat de EA adviseert vanuit het perspectief van “vrijwel totale maakbaarheid langs de lijn van stikstofdepositie”. Dat dat onmogelijk is heb ik al vaak betoogd, en Meester denkt er, gelukkig, niet veel anders over.

Maar, mondeling beweren personen werkzaam binnen de EA dat “KDW’s veel minder letterlijk zouden genomen moeten worden dan uit hun schrijven blijkt, en dat men de KDW’s eerder als ordegroottes zouden willen zien.” Dat blijkt uit geen van hun adviezen, zo betoogt Meester.

Autoritair ecologisch met AERIUS

Over AERIUS/OPS heb ik al veel (teveel) geschreven. Mijn blogpost AERIUS moet ogenblikkelijk worden gecanceld is een handzame samenvatting van Criticizing AERIUS/OPS Model Performance, dat een analyse is van de validatiestudies van het OPS-model zelf. Goed, wat zegt Meester (met nadruk):

Zoals elk model geeft Aerius/OPS slechts terug wat de makers erin hebben gestopt. De prestaties van het model op individueel niveau bij vergunningverlening worden omgeven met onzekerheden die niet kwantificeerbaar zijn, omdat gemodelleerde (toename van) deposities te klein zijn. Dat de onzekerheden hier veel groter zullen zijn dan bij landelijke (globale) gemiddeldes is een wiskundig en geen empirisch gegeven. Deze globale modeluitkomsten worden zelf al omgeven met tientallen procenten onzekerheid, voortkomend uit veelsoortige onzekerheden. Controle van modelprecisie en - onzekerheid is niet mogelijk omdat er geen meetdata voor stikstofdepositie voorhanden zijn – deze worden primair afgeleid uit atmosferische concentraties waarvan de onzekerheid zelf ook moeilijk te kwantificeren is.”

De conclusies die Meester de lezers voorlegt zijn dan ook onvermijdelijk en liegen er niet om (met nadruk):

We zijn blind modeluitkomsten aan het volgen, zonder de mogelijkheid te hebben om te controleren waar we mee bezig zijn. Er wordt veel beweerd over stikstof, maar er is vrijwel geen enkele kwantitatieve claim die daadwerkelijk controleerbaar is. Het werken met de combinatie KDW/Aerius acht ik vanwege dit alles niet wetenschappelijk. Uitspraken over proefondervindelijke standen van zaken met verstrekkende juridische consequenties (stikstofemissie en –depositie) behoren namelijk verifieerbaar te zijn, en dat zijn ze niet.”

Dit kan ik, theologisch gesproken, alleen maar met ‘amen’ beamen. Er wordt inderdaad heel veel beweerd, zoals door de EA, en veel gepapegaaid door journalisten en politici maar er kan vrijwel niets hard worden gemaakt in het stikstofdiscours.

Dat de EA AERIUS nog steeds gebruikt om stikstofdepostie op de ‘vierkante natuurpostzegel’ te ‘berekenen’ is dan ook een gotspe (zie verder De Ecologische Augiasstal). Het feit dat dit desinformatieplatform nog steeds wordt gebruikt is een misdaad tegen Nederland.

Het ‘beste dat er is’ …

… is niets anders dan een wetenschappelijke en beleidsmatige bouwval, meer dan rijp voor de digitale sloophamer. Meester laat zien dat het ‘wetenschappelijk beste’ weinig tot niets om het lijf heeft. Hij citeert daartoe, heel slim, de Raad van State (W11.25.00063/IV):

“Het eventueel niet kunnen meten van stikstofdepositie onder de grens van 1 mol/ha/jaar, betekent echter niet dat de omvang daarvan niet modelmatig kan worden berekend en daarmee redelijk kan worden ingeschat. Het betekent ook niet dat die depositie er niet is. Het AERIUS-model en de daarop gebaseerde Calculator geven de best mogelijke inschatting van de stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied, ook voor individuele projecten.”

Dit is een treurig sofisme dat de RvS al vaker heeft gedebiteerd in het stikstofdiscours. Meester laat zien dat hier meerdere drogredenen over elkaar heen buitelen:

  • er kán principieel niet gemeten worden op het niveau van 1 mol/ha/jaar en niet “eventueel”;
  • modelmatig kán er geen “redelijke” berekening worden gemaakt;
  • niemand beweert dat er “geen depositie” is;

Het beroep van de RvS op de “best mogelijke inschatting” typeert Meester als onacceptabel omdat die inschatting “gewoon geen informatie geeft”. Immers, “bij individuele projecten zegt de Aeriusberekening niets; daarvoor zijn de onzekerheden van het geheel veel te groot”, aldus Meester.

Dít had Meester, IMHO, veel meer moeten benadrukken.

Een wetenschappelijke inschatting van iets kan binnen wetenschappelijke context het beste zijn dat er is en toch (of juist) volstrekt ontoereikend zijn in het maatschappelijk verkeer.

Het is dan ook een categoriefout te denken dat de ‘beste wetenschappelijke kennis en kunde’ gelijk is te stellen, zoals de RvS doet, met functionele maatschappelijke inzetbaarheid.

AERIUS/OPS is zo bezien de ‘vleesgeworden’ categoriefout met de RvS als groene politieke dealer.