Inleiding
Vriend Pieterman gaat verder met zijn ontmanteling van het criminologische verdichtsel van Hill & Weulen Kranenbarg (HWK). Het zal menig lezer niet verbazen dat ook hier het sciëntisme de lelijke kop op steekt.
En het hoge woord moet eruit: HWK bedrijven politiek activisme met hun artikel. Daar hoort uitdrukkelijk geen wetenschappelijk debat bij en gaat gepaard met een oproep tot uitsluiting van iedereen die het niet met hen eens is.
Roel, “take it away”!
… en andere spreekwoorden en gezegden
In mijn vorige bijdrage - Wat je zegt, ben jezelf! - Een spiegel voor criminologen - liet ik zien hoe Hill & Weulen Kranenbarg (HWK), als criminologen, hun kritisch criminologische traditie verloochenen.
Geïnspireerd door Beckers etikettensystematiek hadden zij, om het met Foucault te spreken, zo onpartijdig en objectief mogelijk de genealogie van ‘de stikstofcrisis’ moeten analyseren.
In plaats daarvan namen zij partijdig deel aan het discours over het al dan niet bestaan van die ‘crisis’. Dit gebeurde door het tot ‘outsider’ verklaren van een aantal deelnemers aan het wetenschappelijk debat door die als ‘ontkenner’ en ‘twijfelzaaier’ te etiketteren.
Ik concludeerde dat zij zich zelf op die manier schuldig maakten aan wat ze die ‘ontkenners’ verweten. Van de bijbehorende en eerder besproken volkswijsheid ‘Wat je zegt, ben je zelf’ zijn meerdere varianten bekend.
Aan Jezus wordt bijvoorbeeld deze uitspraak toegeschreven: “Waarom kijk je naar de splinter in het oog van een ander, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt?” (De tekst maakt onderdeel uit van de Bergrede en staat onder andere in Matteüs 7:1-6.)
“De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet” is zo’n andere bekende uitspraak.
Dit gezegde verschilt wel enigszins van Jesus' beroemde uitspraak. Jezus houdt mensen voor dat zij eerder het kleine kwaad in een ander zien dan het grote kwaad waaraan zij zichzelf schuldig maken. Het recentere spreekwoord komt erop neer dat de ‘pot’ hetzelfde verwijt te maken valt dat de ‘ketel’ wordt aangerekend.
Het verwijt dat HWK met het etiket ‘ontkenner’ maken, komt erop neer dat de beschuldigden twijfelen aan volgens HWK onbetwijfelbare waarheid.
Die waarheid heeft volgens mij twee componenten: ten eerste, de wetenschappelijke kennis over de schadelijkheid van stikstof voor ‘de natuur’; ten tweede het op die kennis gebaseerde politieke oordeel dat die schadelijkheid een omvang heeft aangenomen die het oordeel ‘crisis’ – en daarmee de noodzaak van ingrijpende maatregelen – rechtvaardigt. HWK stellen in hun samenvatting:
“We zien zowel ontkenning van de wetenschappelijke basis van de stikstofcrisis als argumenten tegen het voorgestelde beleid, die bedoeld zijn om twijfel te zaaien over de noodzaak tot actie.”
Hierin wordt de politieke component als het ware ‘overgeslagen’, maar wordt wel gewezen op het beleid dat als gevolg van het politieke crisis-oordeel voorgesteld wordt. De ‘ontkenner’ wil zich niet neerleggen bij de ‘onmiskenbare waarheid’ van de wetenschappelijke kennis.
De ‘twijfelzaaier ondermijnt’ vervolgens het ‘noodzakelijke beleid’ door te wijzen op gebreken die daaraan kleven. Deze volgorde verraadt een bijzondere (en onhoudbare) wetenschapsopvatting.
Een opvatting waarin ‘de wetenschap(per)’ de leverancier is van ‘kennis’ die zonder politieke oordeelsvorming rechtstreeks leidt tot “de noodzaak van actie” (zie Wetenschap op het snijvlak van recht en onrecht).
Deze opvatting van de rol van wetenschap en de wijze waarop kennis een-op-een ‘moet’ worden vertaald naar beleid wordt wel sciëntisme genoemd.
Sciëntisme
Het toeval wil dat in 2013 aan de Vrije Universiteit (VU) onder de noemer “Sciëntisme en de grenzen aan de wetenschap” een onderzoeksprogramma van start ging. Tegenwoordig heet dit het Abraham Kuyper Center for Science and the Big Questions. Bij die start verklaart de VU:
“Sciëntisme weigert de waarde van kennisvormen toe te geven, anders dan die van de positieve wetenschappen; en het verwijst godsdienstige, theologische, ethische en esthetische kennis naar het rijk van de pure fantasie. In het verleden maakte dezelfde gedachte opgang in het positivisme en neopositivisme, die metafysische uitspraken betekenisloos achtten.”
Sciëntisme kent binnen de VU dus principiële critici. De sciëntistische opvatting van wetenschap, waar HWK zich naar richten, gaat terug op de filosofische stroming van het (logisch) positivisme die is uitgewerkt door de ‘Wiener Kreis’; opgericht in 1925.
Ik vond een online beschouwing over de opvattingen van de Wiener Kreis.
Deze beschouwing gaat allereerst in op de karakteristieken van het positivisme van de Wiener Kreis. Vervolgens wordt vanuit die karakteristieken bezien of het idee ‘er is een stikstofcrisis’ overeind kan blijven. De conclusie van deze tekst over “Stikstof en de Wiener Kreis” is verificatie van ‘de stikstofcrisis’ niet mogelijk is.
En dat mag geen verbazing wekken.
Het verificatieprincipe staat namelijk centraal in deze positivistische benadering. Iedere uitspraak over de werkelijkheid moet terug te voeren zijn naar een observeerbare realiteit. Is ‘de waarheid’ van een uitspraak over de werkelijkheid eenmaal ‘geverifieerd’ dan staat die waarheid ook vast.
In meer hedendaags taal: “The science is settled."
Bij HKW komen we het sciëntisme duidelijk tegen in hun onvoorwaardelijke aanvaarding van “de wetenschappelijke basis van de stikstofcrisis”. Hun daarop gebaseerde omarming van “noodzakelijke actie” die geen politieke bemiddeling nodig heeft, wijst op nog een andere component van het sciëntisme.
Die wordt besproken in het essay “Auguste Comte: langs de wetenschap naar het paradijs”. De openingszin vat mooi samen hoe HWK tegen de ‘stikstofcrisis’ aankijken: “De wereld zal mooier worden als we luisteren naar de wetenschap.”
Hoewel het logisch positivisme van de Wiener Kreis een gezaghebbend geschiedenis heeft gekend, hebben filosofen zoals Karl Popper, Thomas Kuhn (en uw waarde blogger’s filosofische held Michael Polanyi) deze stroming de nekslag gegeven.
Falisificatie, paradigmastrijd (en kennis als noodzakelijk persoonlijk commitment) hebben het logisch positivisme van de troon gestoten. Het sciëntisme, als positivistische nazaat, is eveneens onverdedigbaar gebleken.
De auteur die zulke en andere kritische wetenschapsopvattingen het best heeft geoperationaliseerd, is mijns inziens Roger Pielke Jr.. Zijn boek The Honest Broker – De eerlijke makelaar – probeert ons inzicht te geven in de verhouding van wetenschap, politiek en beleid.
Het artikel van HWK is vanuit Pielke’s opvattingen te kwalificeren als ‘issue advocacy’. Gehuld in de wetenschappelijke kleren van de keizer bezondigen HWK zich immers aan politiek activisme.
Uitsluiting middels publieke anonimisering
In aansluiting op het oordeel dat HWK ‘issue advocats’ zijn, stel ik de vraag of het artikel van HWK wel als wetenschappelijk integer gekwalificeerd kan worden. Wat is namelijk het geval?
Zij zijn gepromoveerde criminologen en in dienst van de Vrije Universiteit. Hun artikel verschijnt in een wetenschappelijk tijdschrift. Het artikel voldoet dus formeel aan alle vereisten om het als wetenschappelijk te kwalificeren.
In de wetenschap hoort een stevige, wederzijds kritische, discussie over feiten en interpretaties zeker thuis.
Maar op een kritisch debat zijn HWK helemaal niet uit. Om te beginnen niet doordat HWK door hun – volstrekt doorzichtige – anonimisering apert niet van plan zijn om met de ‘ontkenners’ in debat te gaan.
Voorts fungeert de publieke anonimisering als oproep aan anderen de personen die, herkenbaar, als ‘ontkenners’ en ‘twijfelzaaiers’ worden geëtiketteerd te weren uit het maatschappelijk en wetenschappelijk debat over ‘de stikstofcrisis’.
Je zou hier kunnen spreken van een valse-vlag aanslag van HWK op de maatschappelijke en wetenschappelijke reputatie van de ‘ontkenners’ en ‘twijfelzaaiers’.
Ik kan hier geen wetenschappelijk integere opstelling in zien. Ik begrijp ook niet hoe het mogelijk is dat de redactie van het tijdschrift en de peer reviewers de door mij gesignaleerde problemen gemist hebben.
Alles overwegend lijkt het mij zonder meer gepast om HWK met Jezus in zijn Bergrede te vragen: “Waarom zien jullie wel de splinter in de ogen van de ‘ontkenners’, maar niet de balk in jullie eigen ‘activistische’ ogen?”