Inleiding

Op de dag af vandaag, 10 jaar geleden, heb ik mijn tweede dissertatie Utopia and Gospel Unearthing the Good News in Precautionary Culture verdedigd in Tilburg.

Een mijlpaal én een nieuw begin, hoewel ik daar toen nog geen idee van had.

Wat te doen na het schrijven van een veel te dik boek? Mijn nageslacht wist wel raad: ‘pa, ga bloggen!’ Zoveel jaren verder en ik heb heel wat goede en minder goede posts ‘afgeleverd’.

Het bloggen bevalt mij meer dan uitstekend, maar er bleef iets knagen. Dat geknaag begon al op deze dag in 2015.

Tijdens de promotiereceptie stapte opponent prof. van Harskamp op mij af en bezwoer mij van dit Engelse boek een Nederlandse versie te fabriceren. Een groot compliment, zeker, maar ook lastig. Hoe doe je zo iets?

Tien jaar later is het ‘bijna’ zover. Ik ben bezig de laatste hand te leggen aan een soort van Nederlandse variant van mijn Engelse dissertatie met de titel: “Vertrouwd met de werkelijkheid - Reflecties op het moderne crisis-denken”.

In het afgelopen decennium heb ik veel bijgeleerd en ben ik ook dingen gaan zien die ik eerder nog niet in het vizier had. Het hoofdthema in een (hele kleine) notendop:

“Óf deze zichtbare wereld is, ‘natuurlijk’, alles wat er is óf deze wereld wordt, ‘boven-natuurlijk’, omvat door de oneindige en voor ons onzienbare wereld van God en alles wat daarbij hoort.”

Beide wereldbeelden hebben oneindige consequenties voor wat betreft ons perspectief op onszelf, ons leven en onze dood, op de wereld waarin we leven én hoe we deze wereld kunnen begrijpen en daarmee omgaan.

De moderne crises die ons consequent worden ingepeperd kunnen we beter begrijpen, én verwerpen, in het licht van dit hoofdthema. Een tipje van de sluier van een boek in wording.

Modellen!

Vrijwel alle milieu- en volksgezondheidcrises waarmee we de laatste decennia bekend zijn geworden komen voort uit wetenschappelijke analyses uitgevoerd door een relatief klein (academisch) gezelschap die veelal gebruikmaakt van computermodellen.

Deze ‘expertmodellen’ bestaan uit een gecompliceerd wiskundig en statistisch samenspel beschreven in een programmeertaal.

Ze kunnen ons laten zien, zo wordt ons steevast ingeprent door experts, wat de toekomst zal gaan worden op het gebied van bijvoorbeeld kooldioxide-uitstoot en klimaatverandering, blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en volksgezondheid, enzovoort.

Slechts weinigen kunnen die modellen en de analyses die daaruit voortkomen doorgronden. Dat maakt de moderne crises ‘anders’ dan historische crises en verre van eenvoudig om op waarde te schatten. De experts die deze modellen ontwikkelen en gebruiken vertellen ons desalniettemin dat de modellen betrouwbaar zijn:

“Wat moet er gebeuren om de klimaatdoelstellingen van het Parijs-akkoord nog te halen? En hoeveel loopt de temperatuur verder op als het huidige klimaatbeleid wordt voortgezet? De Utrechtse hoogleraar Detlef van Vuuren kan het politici en beleidsmakers dankzij zijn geavanceerde modellen precies vertellen.”

Met de modellentoekomst aldus gekwalificeerd wordt ons voorgehouden dat het onzichtbare van de toekomst vandaag zichtbaar gemaakt ís. Meer dan dat: de expertmodellen geven ons vandaag handelingskaders voor een beter en veiliger toekomst!

Bestendig onzienbaar

De sinistere toekomstscenario’s gecombineerd met gemodelleerde utopische prognoses moeten worden begrepen in de context van de slogan “er is geen plan B omdat er geen planeet B is”. Deze (iets gewijzigde) uitspraak komt van voormalig VN secretaris-generaal Ban Ki-moon.

Deze uitlating van Ban Ki-moon heeft een bijzonder karakter: de onzichtbare modellentoekomst, die bij fiat zichtbaar wordt verklaard heeft, ironisch genoeg, alleen betrekking op de zichtbare wereld.

We hebben dus, tot aan onze finale dood, alleen een betere toekomst in het vooruitzicht, tenminste als we onze levensstijl drastisch wijzigen zoals gedicteerd door de expertocratiemodellen.

Die geprojecteerde stralende toekomst kan nooit persoonlijk beschikbaar zijn maar is slechts voor ‘de mensheid’ bedoeld. Immers, wij hebben een beperkte houdbaarheidsdatum van 80, 90 jaar. De dood blijft het onverbiddelijke en persoonlijk einde van alles, voor altijd.

De quatsch die hier, welhaast en passant, wordt gedebiteerd is dat de onzichtbare modellentoekomst met haar talloze ‘bedreigingen’ klakkeloos als actuele en indringende realiteit wordt gepusht terwijl een ‘onzienbare God’ als fabeltje wordt weggezet.

De verbluffende ironie is dan ook dat het ‘onzienbare’ theologisch geduid zich niet zo gemakkelijk ongedaan laat maken. Het vindt zijn wrange herintrede in ‘wetenschappelijke’ expertmodellen, toekomstscenario’s, doemdenken.

De wereld als ‘atomen en leegte’ – het materialistische wereldbeeld dat het meest fervent wordt omarmd door academici – heeft dit moderne crisisdenken mede gevormd en aangewakkerd.

Het ontluisterende is dat wij met de gemodelleerde toekomst doelbewust worden losgekoppeld van de werkelijkheid waarin we leven. Er wordt ons voorgehouden, door de expertocratie, dat de werkelijkheid van nu en straks, echt anders is dan wijzélf kunnen waarnemen.

Ons wordt de toegang tot de alledaagse werkelijkheid in feite ontzegt.

Ik zal betogen dat wij binnen het moderne crisisdenken speelbal geworden zijn van het intellectuele strijdtoneel van de twee eerdergenoemde wereldbeelden: onze wereld wél of niet omgeven door de onzienbare wereld van God.

Ik zal dit strijdtoneel uiteindelijk analyseren aan de hand van vraag wat het is om mens te zijn. Zijn wij niets anders dan meetbare materie of zijn wij veel meer dan dat? Ons verstaan van oneindigheid is een eerste stap in, ten minste, het afwijzen van het moderne gemodelleerde crisisdenken.