Inleiding
Enfin, ‘we’ gaan het hebben over gewasbeschermingsmiddelen. Dat wil zeggen, de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat willen iets horen over deze chemicaliën van … experts.
Wat zijn de zorgen? Neurodegeneratieve ziekten zoals Parkinsons, ALS, Alzheimer die zouden ontstaan door blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Bepaald een serieuze zaak!
Ik heb dit jaar al het nodige daarover gezegd in mijn Gewasbeschermingsmiddelen in context.
Wat schetst mijn verbazing? Ik ben ook ‘expert’. Althans volgens Kamerleden die mij hebben voorgedragen om te worden uitgenodigd. Het is wat.
Bij een expert hoort natuurlijk een expert opinion.
Die heb ik twee weken geleden ingestuurd. Alle teksten staan nu online ter voorbereiding van de gespreksronde. Uw waarde blogger geeft hier alvast zijn ‘2 cents’.
Oh Nee - Epidemiologie
Waarom denken we eigenlijk dat blootstelling (preciezer: dosis; kom ik zo op terug!) aan agrarische gewasbeschermingsmiddelen neurodegeneratieve ziekten kan veroorzaken?
Voornamelijk epidemiologische studies. Oh help, niet weer!
Jaja, er worden ook dierproeven gedaan, maar die arme beesten krijgen veelal gigadoses toegediend. Varró e.a. (2014), bijvoorbeeld, gaven ratten een eenmalige dosis van 20 mg/kgbw(!) esfenvalerate, een insecticide, met als schokkend resultaat milde en tijdelijke effecten op hersen- en darmfuncties.
De menselijk blootstelling aan dit insecticide ligt ruwweg een factor miljoen lager! Dus wat hebben we nu geleerd van de zoveelste ‘dosis’ gesneuvelde ratten? Niets!
Enfin, terug naar de epidemiologie met een voorbeeld om te illustreren waarom dit onderzoeksgebied geen financiering meer behoort te krijgen, zeker niet van (semi)overheidsinstellingen.
Bonvicini e.a. (2010) poogden ‘pesticidenblootstelling’ en de ziekte ALS te ontrafelen.
Voor de goede orde: ik heb niets tegen de auteurs, wel tegen de methoden gebruikt in de epidemiologie. Die zijn absoluut waardeloos en zaaien vooral angst door veelvuldig gebruikte hyperbolen.
De titel van de studie is “Exposure to pesticides and risk of amyotrophic lateral sclerosis: a population-based case-control study”. Blootstelling dus …?
Nope. Geen blootstelling, laat staan dosis. Niets van dat al.
Door de auteurs werd van “blootstelling” uitgegaan als een “individu minstens 6 maanden betrokken was bij agrarisch of ander pesticide-gerelateerd werk” vastgesteld met een enquête. Juist ja.
Blootstellingsniveaus, -duur, en -typen komen niet aan bod. Dosis al helemaal niet. De titel – “Exposure to pesticides …” – is dus én misplaatst én misleidend. Een typisch geval van de epidemiologische drogreden.
De epidemiologische drogreden is alomtegenwoordig en stelt dat ziekte Y wordt geassocieerd met blootstelling aan X (een gewasbeschermingsmiddel) terwijl X NOOIT WORDT GEMETEN!
Deze drogreden komt zo vaak voor in de epidemiologie dat niemand er meer van opkijkt. Iedereen ‘doet het’; waarom wij dan niet? Dit is nog maar het begin van de academische angsthazerij. Er is nog veel meer.
Meetbaarheid ≠ Giftigheid
Als eerste: giftigheid en meetbaarheid zijn twee totaal verschillende zaken. Het feit dat we nu nanogrammen per kilogram (parts per trillion - ppt) kunnen meten is een enorm compliment aan de vele analytisch chemici!
Alleen: analytische meetbaarheid zegt precies niets over giftigheid. Het schema hierboven (van de Huber Group) laat zien dat meetbaarheid van chemische stoffen immens ontwikkeld is.
Konden we in de 60er jaren suikermoleculen afkomstig van één opgelost suikerklontje (4 gram) in zo’n 20 000 liter water detecteren, nu kunnen diezelfde suikermoleculen van eenzelfde suikerklontje terugvinden in Starnberger See (Beieren) met een geschat volume van zo’n 3000 biljoen (1 met 12 nullen) liter water!
De detecteerbaarheid van chemische stoffen bij steeds lagere concentraties is, per definitie, omgekeerd evenredig met de giftigheid van diezelfde gemeten stoffen! Want: giftige stóffen bestaan niet.
Alle stoffen zijn namelijk giftig; alleen de dosis bepaalt of een stof niet giftig is!
Water is giftig als we enkele liters binnen een korte tijd opdrinken. Dat is toxicologie-101; het benadrukt de ironie van de meetrevolutie. Nogmaals, hoe kleiner de gemeten stofconcentraties, hoe lager de giftigheid.
Als we hele lage concentraties in voeding, drinkwater of de lucht meten is dat enorm geruststellend!
Dat mag zo zijn, maar er wórdt wat gejeremieerd over blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en hoe gevaarlijk dat allemaal wel niet zou zijn voor ons.
Dan alleen dat blootstelling niet hetzelfde is als dosis.
Ga maar na: tijdens het douchen word ik blootgesteld aan vele liters water (meestal van het hele koude soort; vind ik heerlijk) maar omdat de huid geen water opneemt word ik niet vergiftigd.
Als ik dezelfde hoeveelheid douchewater (zonder zeep graag) binnen dezelfde 5-10 minuten douchetijd zou opdrinken ben ik het haasje. Blootstellingsroutes doen er dus toe!
Dat wordt nooit verteld door de bangmakers van milieu-NGO’s en academici die deze organisaties faciliteren.
Voeding, chemie en giftigheid
De allergrootste bron van blootstelling aan chemische stoffen is voeding. Een mens eet ongeveer 30 ton voedsel gedurende het hele leven. Voedsel bestaat uit vele tienduizenden chemische stoffen. Chemie is overal!
De meest bekende voedingsstoffen zijn natuurlijk de macro- en micronutriënten - eiwitten, vetten, koolhydraten en mineralen en vitaminen, respectievelijk.
Daarnaast zijn eetbare planten van nature voorzien van talloze chemicaliën met als specifiek doel af te weren, te vergiftigen en heel soms zelfs te doden. Daniel Janzen merkt welhaast poëtisch op (mijn vertaling; met nadruk):
“De wereld is niet groen. Het heeft de kleuren van lectine, tannine, cyanide, cafeïne, aflatoxine en canavanine [allemaal toxines]. Voeg daaraan een forse dosis cellulose toe die deze mix nog oneetbaarder maakt.”
Mosterd en wasabi zijn bekend en (bij sommigen) geliefd om de penetrante en bittere smaak. Allylisothiocyanaat (hieronder chemisch afgebeeld) is daarvoor (deels) verantwoordelijk; het schrikt herbivoren (bijvoorbeeld paarden en herten) af. En dat is ook de bedoeling.
De gewoonte om de scherp smakende wasabi samen met rauwe vis te eten heeft, naast de smaak, te maken met de bacteriedodende werking van allylisothiocyanaat. Het maakt rauwe vis veiliger voor consumptie.
Verder is het een geregistreerd pesticide in de VS. Puur, giftige, natuur.
Voor de zoveelste keer: ook nodeloze angst verkoopt
Dit roep ik nogal eens. Vaak tegen dovemansoren. Logisch. Er wordt geld verdiend aan angsthazerij, ook door de academia. Neem deze ‘studie’: “Burden of disease and costs of exposure to endocrine disrupting chemicals in the European Union”.
Europa zou per jaar zo’n 163 miljard euris aan gezondheidsverlies lijden als gevolg van blootstelling aan een scala van synthetische chemicaliën zoals gewasbeschermingsmiddelen.
Het artikel is niets meer dan een expertocratisch werkje gelardeerd met een statistische saus om toch nog enige wetenschappelijkheid uit te stralen. Er is niets te vinden in dit artikel dat maar enigszins inzicht geeft in de getallenbrij.
Wat een treurigheid! Het artikel is het tijdschriftpapier en/of de (internet)elektronen/fotonen onwaardig.
Maar, het is zo geruststellend om de wereld overzichtelijk in te delen in ‘giftig’ - wat mensen maken - en ‘niet-giftig’ - wat ‘natuurlijk’ is. Het is pure Romantiek; een fantasiewereld die we pogen te realiseren op kosten natuurlijk van burgers die al decennialang bang zijn gemaakt.
Angst werkt (bijna) altijd!