Inleiding

In 2020 kwam de VN (United Nations Environment Programme), samen met het Parliament of the World’s Religions, met een heruitgave van een boek getiteld Faith for Earth - A Call for Action (mijn vertaling):

“Essentiële, onwankelbare eerbied voor de schepping en de natuur die alle religies delen zijn hier samengebracht. Wees geïnspireerd om onze planeet te zien als één met ons geloof of spiritualiteit; draag zorg voor de wereld met kennis en verbondenheid en wordt onderdeel van de bloeiende mondiale interreligieuze gemeenschap die steeds meer mensen samenbrengt om onze planeet en het leven te beschermen.”

Eerlijk gezegd weet ik niet wat hier staat. Wellicht brengt het boek uitkomst. Het voorwoord heeft onder andere het volgende te melden (mijn vertaling; met nadruk):

“In de twintig jaar die zijn verstreken sinds de (eerste) publicatie van het boek, heeft de planeet diepgaande en snelle veranderingen ondergaan. De impact van ons handelen en onze keuzes blijft escaleren, waardoor de wereldwijde klimaatcrisis verergert, natuurlijke mondiale processen en belangrijke ecosystemen veranderen, het uitsterven van talloze levensvormen versnelt en het menselijk lijden op een ongekende schaal neemt toe.

Wetenschappelijk bewijs voor de crisis is onmiskenbaar en wordt met de dag omvangrijker. Tegelijkertijd is er een golf van religieuze steunbetuigingen aan milieubescherming en zijn religieuze stromingen in toenemende mate pleitbezorger voor het milieu. De respons komt uit alle hoeken van de wereld en weerspiegelt zowel de diversiteit van de manieren waarop we onze relatie met de natuur definiëren alsmede de essentiële eenheid van waarden die de kern vormen van al onze hoop.”

Er wordt in het boek de hoop uitgesproken dat “de kracht van de liefde, wetenschap en geloof” ons uit de klimaatpenarie - de ‘klimaatnoodtoestand’ - kunnen redden. Bij dezen een soort van theologisch uitstapje.

Geloof

Wat is geloof eigenlijk? Ik bedoel: wat maakt dat mensen geloven in zaken die ver boven hen uitstijgen - God, goden, krachten, de kosmos enzovoort? Zaken die niet eens waarneembaar zijn met onze zintuigen?

Het is in ieder geval zo dat mensen meer nodig hebben dan alleen materiële dingen zoals eten, drinken, een dak boven het hoofd. En nee: veiligheid is ook niet alles!

Ons welzijn hangt in sterke mate af van onze wezenlijke omgang met ervaringen van lijden, schuld, leegte, ziekte, zinloosheid en uiteindelijk onze onvermijdelijke dood.

Geloof, religie, biedt daarin houvast, uitzicht, kracht, hoop.

Nee, dat maakt geloof in God (enzovoort) niet noodzakelijkerwijs waar. Natuurlijk niet. Daar is heel wat meer voor nodig. Bijvoorbeeld: een confrontatie met de realiteit van het ‘hogere’, rationele overwegingen (jaja, die bestaan), getuigenissen van anderen, en dergelijke.

En: kom bij mij niet aan met ‘wetenschap’ (sciëntisme dus) die mij zou vertellen wat ik wel of niet kan geloven! Zie mijn blogpost Wetenschap als nieuwe religie van Ronald Meester.

Goed.

Faith for Earth poogt het gesprek in geloofsgemeenschappen over kritische milieukwesties voor het voetlicht te brengen en laat daartoe een interessant aantal godsdiensten de revue passeren.

Natuurlijk, het Jodendom, de Islam en het Christendom zijn van de partij. De encycliek Laudato Si’ van Paus Fransiscus komt ruim aan bod; natuurlijk.

Ik heb daarover geblogd onder verwijzing naar Pope Francis' Climate Crusade or the Erosion of Faith in God (door Matt Briggs en uw waarde blogger) en ik zal onze forse filosofisch-theologische kritiek hier niet herhalen.

Ook godsdiensten/‘worldviews’ zoals Zoroastrisme, Hindoeïsme, Jaïnisme, Confucianisme komen aan bod. Vanuit ieders godsdienstig perspectief worden uitspraken gedaan over de ‘grote milieucrises’ in de wereld.

Dé milieucrisis is, zoals gezegd, natuurlijk de ‘klimaatnoodtoestand’.

Vrijwel elke godsdienst die aan bod komt roert klimaatverandering aan met, gek genoeg, steeds dezelfde oplossingsrichtingen: het gebruik van fossiele brandstoffen schrappen en maximaal inzetten op hernieuwbare energiebronnen.

Zoals de Wereldraad van Kerken bijvoorbeeld in 2019 meldt in een pastorale brief over de klimaatnoodtoestand (mijn vertaling; met nadruk):

“Wat moeten we doen? Ik herinner u aan de recente, veelzeggende verklaring van ons uitvoerend comité over wat er van ons wordt verwacht: de tijd van debat en discussie over gevestigde wetenschappelijke feiten is allang voorbij. De tijd voor actie gaat snel voorbij. We zullen allemaal ter verantwoording worden geroepen voor onze passiviteit en ons rampzalig rentmeesterschap van deze kostbare en unieke planeet. De klimaatnoodtoestand is het resultaat van onze ecologische zonden. Het is tijd voor metanoia (bekering). We moeten nu ons hart en onze meest fundamentele geloofsprincipes navorsen ten behoeve van een nieuwe ecologische transformatie en voor goddelijke leiding in onze volgende stappen om veerkracht op te doen in het licht van deze ongekende chiliastische uitdaging.

Laten wij als kerken onze inspanningen verdubbelen om een zinvolle eigen bijdrage te leveren in het afwenden van de meest catastrofale gevolgen van verdere passiviteit en het kwalijk optreden van regeringen. Laten we deze wereldwijde crisis samen aanpakken door gezamenlijk te pleiten voor beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, volledige afschaffing van het gebruik van fossiele brandstoffen en een “rechtvaardige transitie”."

Voorwaar ronkende maar vooral moeizame proza die zich, zoals blijkt, slecht laat vertalen in het Nederlands. Het oorspronkelijke Engels is trouwens niet veel beter, om nog maar te zwijgen over de sciëntistische nonsens die hier wordt opgedist.

Maar, wat heeft dit perspectief van doen met, in dit specifieke geval, het Christendom als godsdienst (dat ik het beste ken) en tal van andere godsdiensten?

Wellicht biedt het boek van het Parliament of the World’s Religions uitkomst. Daarin staan onder andere de volgende ‘godsdienst overstijgende religieuze milieuprincipes’ (mijn vertaling; met nadruk):

“De natuurlijke wereld heeft waarde in zichzelf en bestaat niet alleen om menselijke behoeften te dienen. …

De afhankelijkheid van het menselijk leven van de natuurlijke wereld kan en moet erkend worden in rituelen en andere uitingen van waardering en dankbaarheid.

Morele normen zoals rechtvaardigheid, mededogen en wederkerigheid gelden (op gepaste wijze) zowel voor mensen als voor niet-menselijke wezens. Het welzijn van mensen en het welzijn van niet-menselijke wezens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Er is legitiem en illegitiem gebruik van de natuur. …

Mensen zijn verplicht om bewust en verantwoordelijk te leven in harmonie met de natuurlijke wereld en moeten de specifieke praktijken hiervoor volgen die door hun tradities worden voorgeschreven.”

Door de oogharen heen bezien worden hier niet veel meer dan platitudes gedebiteerd, hoewel ik werkelijk geen idee heb wat “leven in harmonie met de natuurlijke wereld” is (zie De kerk en ‘het milieu’ – een ‘natuurlijk’ verbond?).

Vanuit het Christendom bezien is het hierboven benadrukte principe een stuk bedenkelijker. De misvatting die ligt besloten in dit beginsel is dat de Aarde (in de vorm van zaken zoals de recentelijk bedachte ‘ecosysteemdiensten’, of zoiets) dank zou toekomen.

Het bestaan van de planeet waarop wij leven is, net zoals wijzelf, echter geen noodzakelijkheid.

Het bestaan het universum is afhankelijk van gekende en niet-gekende zaken die niets met ons van doen hebben. Daarmee zijn wijzelf, noch de planeet, aanbiddingswaardig (en daar hoeft waarde lezer geen enkele godsdienst voor te omarmen!).

Zeker, Christenen uiten hun dankbaarheid over wat de Aarde te bieden heeft, maar die dankbaarheid richt zich niet tot de Aarde zelf maar tot de Schepper: “geef ons heden ons dagelijks brood” zo bidden Christenen in het Onzevader.

Geloof II

De vraag dringt zich op in hoeverre de besproken godsdiensten in Faith for Earth ten diepste niets anders zijn dan caleidoscopische projecties van eenzelfde dogmatistische groene religie naar utopische snit (zie wederom De kerk en ‘het milieu’).

Mijn antwoord: ja dus!

De boodschap van Faith for Earth is dat het ‘catastrofale dystopische heden' om niets minder vraagt dan een rigoureuze en acute ommekeer langs de lijnen van Agenda2030, de Sustainability Development Goals.

En met deze gebezigde dialectiek zijn we regelrecht aanbeland in het utopisch denken. Alle godsdiensten die de revue passeren behoren aan dat utopische gedachtegoed te gehoorzamen.

Er wordt een seculiere eschatologie in het leven geroepen waarin alle godsdiensten worden geforceerd. Dit zegt de directeur van de Faith for Earth Strategic Engagement with Faith-based Organizations (mijn vertaling; met nadruk):

“De VN heeft de Global Action for People and the Planet aangenomen, haar mondiale milieuagenda tot 2030, maar de geloofsagenda is van alle tijden. Onze zorg moet niet alleen de volgende generatie zijn, maar alle komende generaties. We moeten een wereldwijd pact sluiten, namens de natuurlijke wereld, om de waarden van het geloof in de praktijk van mensen en beslissingen van politici te brengen. Wij moeten samenwerken met het milieu om nieuwe wereldwijde catastrofes te voorkomen. Ik roep alle geloofsgemeenschappen in de wereld op om het goede voorbeeld te geven en zich aan te sluiten bij onze Coalitie; ons geloof voor de aarde moet ons vandaag in beweging zetten.”

De duurzame religieuze mens kan, zo is de overtuiging, de wereld (her)scheppen die tot in lengte van eeuwen mee kan. Een koninkrijk der hemelen hier op aarde, naar óns groen-utopische beeld wel te verstaan.

Kortom: hoewel de moderne mens – homo economicus – op vele fronten de planeet en zichzelf heeft beschadigd, nee, tot aan de (klimaat)afgrond heeft gebracht, de groene religieuze mens – homo religiosus/ecologicus (?) – kan veel, zo niet alles, herstellen.

Dat is het beeld dat Faith for Earth aan ons wil verkopen. And I ain’t buyin'!

Want er broedt onrust onder deze oproep: de mondiale klimaatnoodtoestand moet tot staan worden gebracht, want anders …. Bron Taylor merkt op in zijn Dark Green Religion (mijn vertaling; met nadruk):

“Radicaal milieuapocalypticisme staat … zeer ambivalent tegenover catastrofes. Er dreigt een ramp, die de ontheiliging van een sacrale wereld inhoudt en waartegen weerstand moet worden geboden. Toch kan het verval van ecosystemen en de ineenstorting van menselijke samenlevingen de weg terug banen naar een aards paradijs.

‘Mensen van de Weg’

Kort samengevat: de utopie die, met grote zekerheid(!) leidt tot een dystopie die uiteindelijk zou leiden tot het aards paradijs. Dan alleen dat de mens nooit in staat is gebleken een aards paradijs te creëren, en als dat gepoogd werd was het resultaat alleen maar dood en verderf.

Dat is de utopische geschiedenis in een notendop (zie mijn Utopia and Gospel).

Het te vaak genegeerde historisch begrip dat Utopia de troebele en gewelddadige spiegel is van de woorden van het evangelie die spreken over het Koninkrijk der Hemelen (zie Norman Cohn’s The Pursuit of the Millennium) maakt van Faith for Earth één groot hersenspinsel.

Om dat te begrijpen hoef ik alleen maar naar het eerdergenoemde Onzevader te verwijzen.

“Kome úw koninkrijk, geschiede úw wil als in de hemel ook op aarde” (Matteüs 6:9-15) is uitdrukkelijk geen utopisch ‘actieplan koninkrijk’ dat met de juiste ‘mind- and faithset’ zou kunnen worden gerealiseerd door mensen.

Deze uitbrander richt zich, uiteraard, specifiek op het Christendom. Geen misverstand: er is veel werk aan de winkel, voor mensen en de wereld. De eerste Christenen werden niet voor niets ‘mensen van de Weg’ genoemd (Handelingen 9:2).

Het Christendom is daarmee ‘down-to-earth’ en handen-uit-de-mouwen, dit in tegenstelling tot de werkelijk tenenkrommende en bizarre pastorale brief van de Wereldraad van Kerken.

Dat ‘werken’ staat voor Christenen wel in de context van Jezus' uitspraak “zonder Mij kun jij niets doen” (Johannes 15:5). Parbleu? Kijk eens wat ‘we’ de afgelopen eeuwen voor elkaar hebben gebokst? Toch?

Precies.

Zo’n reactie mist de pointe van deze uitspraak van de Heer van de kerk, zoals dat theologisch heet. Voor Christenen is het evident dat zonder God niets ís, de mens en al zijn activiteiten incluis.

Het is de identificatie van ‘mensen van de weg’, Christenen, met hun Heer die (oneindig) verder gaat dan dit leven. Daarin is angst voor de toekomst volstrekt onnodig omdat het “Uw Vader heeft behaagd u het koninkrijk te geven!” (Lucas 12:32)

Diegenen die dit allemaal kletskoek vinden (dat staat waarde lezer zondermeer vrij!) moeten op z’n minst beseffen dat in Faith for Earth groen-utopische quatsch wordt gesleten onder de noemer van, in ieder geval, het Christendom.