Inleiding

Op vakantie, ergens in New England (VS), kwam ik dit bord tegen. Ik stond perplex; tegelijkertijd kwamen er tal van vragen in mij op.

Wees gerust: ik ga geen betoog houden pro of contra abortus.

De kwestie van abortus in medische noodsituaties (hoe ook gedefinieerd) zal ik niet adresseren noch zal ik de emotionele complexiteit van abortus de revue laten passeren.

Nee, ik heb alleen veel vragen, los van het feit dat ik geen flauw idee heb wie dit heeft opgeschreven en in welke omstandigheden betreffende persoon zich toen bevond.

Daarom kan ik mij geen enkel moreel oordeel aanmeten ten aanzien van haar beslissing.

Hoe dat allemaal ook zij, bij dezen een poging vragen te stellen bij dit ‘uithangbord’ (misschien was het alleen maar ‘reclame’ of een ‘verjaardagskaartje’ aan Roe vs Wade) met wellicht hier en daar een antwoord.

Dankbaarheid

Betreffende persoon is ‘dankbaar’ voor een abortus die zij zoveel jaar geleden heeft ondergaan. Dat houdt in dat een geboorte werd voorkomen.

Genoemde dankbaarheid gaat uiteindelijk over het niet ter wereld brengen van een nieuw mens.

Dat roept de vraag op: wat is dankbaarheid eigenlijk? Kort door de bocht zijn onder andere de volgende punten van toepassing op dankbaarheid (naar Dunnington, 2024):

  1. Een begunstiger verleent een gift aan een begunstigde.
  2. De gift is iets goeds, iets dat de begunstigde wil hebben.
  3. De begunstiger heeft welwillend gehandeld; de begunstiger heeft de gift niet per ongeluk of uit (dwingend) plichtsbesef verstrekt.

In ieder geval is dankbaarheid iets wat tussen personen plaatsvindt. Ik kan mijzelf bijvoorbeeld niet dankbaar zijn. Ik kan hooguit blij zijn met een bepaalde keuze die ik heb gemaakt vanwege de gewenste en verkregen uitkomst.

Dankbaarheid tonen aan objecten - bijvoorbeeld aan mijn koffiemachine voor het produceren van alweer een geweldig bakkie - is misplaatst. Mijn koffiemachine ‘streeft’ er niet naar om voor mij en mijn lief mooie espressos te brouwen.

Ik kan wél dankbaar zijn voor de mensen die de koffiemachine hebben ontwikkeld en gebouwd!

Het lijkt er dus op dat de persoon in kwestie haar dankbaarheid uit aan de arts die de abortus heeft uitgevoerd. Dat roept meteen de vervolgvraag op wat de gift is die wordt verleend aan de vrouw?

De ‘gift’

Het antwoord op de laatste vraag is natuurlijk duidelijk: de ‘gift’ is het teniet doen van de zwangerschap. Dat is de ‘gift’ die de begunstigde - de zwangere vrouw - wil ontvangen van de abortusarts, en krijgt.

Maar deze ‘gift’ kent een tragische tweezijdigheid die onverenigbaar is met dankbaarheid.

De vrouw wil iets niet - het ongeboren leven - wat tot gevolg heeft dat dat ongeboren leven beëindigd wordt binnen een bepaalde tijd van de zwangerschap.

De ‘gift van abortus’ wordt dus als positief ervaren door de vrouw maar is, tegelijkertijd, een definitieve negatie van het ongeboren leven in haar. De uitgesproken dankbaarheid negeert het slachtoffer van de abortus.

Dit stelt meteen de vraag naar onze kijk op het menselijk leven.

Hoe waarderen we het leven van mensen? In ieder geval kunnen we, medisch, de keuze maken sommigen wel en anderen niet geboren te laten worden.

Wat veelal te berde wordt gebracht is dat het ongeboren leven, de foetus, nog geen echt mens is. Dus, abortus is in beginsel mogelijk zonder dat er sprake zou zijn van doodslag, wat voor een pasgeborene wel het geval zou zijn.

Persoonlijk heb ik dit perspectief altijd als een sofisme beschouwd, een goedkope uitvlucht.

Iedereen weet dat na een voldragen zwangerschap een kind ter wereld wordt gebracht, een nieuw mens met bepaalde levenskansen om te groeien naar volwassenheid. Dat geldt voor iedereen die nu in leven is.

Dat roept weer nieuwe vragen op van niet alleen een morele maar ook een ontologische orde. Dat laatste kan hier (heel kort door de bocht) worden vertaald in de vraag: wat ís de mens?

De mens - icoon of niet?

Reflecties op de laatste vraag vallen ruwweg uiteen in twee categorieën: de mens als resultaat van een ongericht evolutionair proces óf de mens als icoon (beeld) van God (zie Genesis 1; de discussie rondom bepaalde mengvormen van beide categorieën laat ik achterwege).

De eerste categorie is niet bijster interessant: een evolutionair proces dat toevalligerwijs leidt tot de soort mens kan weinig diepte bieden aan eventuele reflecties op het zijn van de mens.

Het is of het is niet.

Leven, voortplanten en sterven is niets anders dan biologie. Als we sterven, gaat als het ware ‘het beeldscherm op zwart’; er blijft van ons bestaan letterlijk en onherroepelijk niets over.

Abortus is dan in feite in het vroegste stadium het beeldscherm uitzetten waarop voor diegene in kwestie - het geaborteerde kind - toch nog niets te zien was.

Als we echter iconen zijn van God - beelddragers - is het menselijk bestaan, de conceptie (en menselijke seksualiteit) incluis, van een geheel andere orde.

Dan is abortus het beelddragerschap van een nieuwe mens bewust teniet doen.

Nogmaals: dit is geen morele evaluatie maar één gevolgtrekking binnen het gekozen wereldbeeld van God als Schepper en Onderhouder van al het bestaande.

Anders gezegd: een bepaald wereldbeeld van welke orde dan ook heeft vele consequenties.

Áls we het beelddragerschap serieus nemen (ten minste signaleren als een logisch mogelijke positie), hebben we bepaalde verantwoordelijkheden - plichten - ook en juist als het gaat over dankbaarheid.

Dankbaarheid behoort dan ten eerste toe aan God die ons gemaakt en gewild heeft. En dat niet alleen tijdelijk maar eeuwig op een manier die Hij alleen kan realiseren, ook voor het (af)gebroken menselijke leven!

Tegelijkertijd is dankbaarheid geen gevoel maar een goddelijke opdracht om het leven van mensen die ons pad kruisen recht te doen.

Ook ongeborenen kunnen ons ‘pad kruisen’ - in directe zin, uiteraard, als aanstaande ouders en in indirecte zin als bekenden en minder bekenden in verwachting zijn en daar eventueel mee worstelen of zelfs abortus overwegen.

Mijn pad werd tijdens een vakantie doorkruist met een verhaal over een afgebroken leven en de ongerijmde dankbaarheid van een zwangere vrouw die het leven in haar niet wilde.

Ik ben de maker van het ‘uithangbord’ dankbaar voor de stimulus om te reflecteren op abortus zonder te vervallen in morele platitudes. Althans, dat heb ik, wellicht tevergeefs, getracht te doen.