Inleiding
Klimaatscenario’s. We hebben het er eerder over gehad. Maar wat zijn scenario’s eigenlijk? Belangrijker: is het verstandig toekomstscenario’s over bijvoorbeeld energiegebruik en klimaat serieus te nemen? Of juist helemaal niet?
Uw waarde blogger zal er geen doekjes om winden.
Dergelijke en andere scenario’s, met of zonder computermodellen, hebben als doel de samenleving te terroriseren met gefabuleerde dystopische angstvisioenen.
Deze cynische en zelfzuchtige ‘als-dan’ machinaties zijn niets meer en niets minder dan utopische complottheorietjes van de politieke en academische expertocratie.
De daaruit voortkomende gebakken peren zijn voor de samenleving en haar burgers. Het wordt de hoogste tijd dat het nieuwe parlement deze destructieve scenario magie achter zich laat!
Het nut van gebakken peren
Experts van politieke en academische signatuur zien ‘gebakken peren’ als belangrijke tool om de samenleving te ‘herstructureren’, met of zonder medewerking van de burger. Scenario’s spelen daarin een grote rol, vooral als die worden gedraaid op computers.
Maar soms voelt een bestuurder nattigheid, zoals demissionair minister Adema van de Christenunie (De Telegraaf van 11 november 2023; met nadruk):
“Adema spreekt in gesprek met De Telegraaf over een ’totaal doorgeslagen modelwerkelijkheid’ en ziet dat garnalenvissers daar nu de dupe van worden. „Het huidige beleid is in de praktijk niet werkbaar”, aldus Adema. Hij hoopt ook voor boeren op termijn naar een ander stikstofbeleid toe te werken. … Het terugdringen van de stikstofuitstoot vinden we belangrijk. Voor de vissers geldt dat zij nu met één technische maatregel – de katalysator – 80 procent stikstof reduceren. Dat kunnen we onderbouwen. Voor de agrarische sector is dat lastiger, maar ook voor hen zitten er negatieve kanten aan het Aerius-model. We moeten op termijn dus toe naar een vergunningverlening waarbij niet meer gewerkt wordt op basis van deze modellenwerkelijkheid, maar op basis van het reduceren van uitstoot. Dan weet ook een boer straks: ik moet zoveel reduceren. Daar kan dan op gestuurd worden en dat geeft wel toekomstperspectief.”
De gespleten tong van Adema is pijnlijk hoorbaar. ‘We’ (wie zijn dat?) vinden iets belangrijk - terugdringen van stikstofuitstoot en -depositie, maar AERIUS levert een onwerkbare modellenwerkelijkheid. De dubbelhartigheid van de CU-politicus is tot een afzichtelijk hoogtepunt gestegen.
Uw waarde blogger heeft bijna een jaar geleden deze minister al gewaarschuwd dat AERIUS een nationale ramp is! Dat was toen tegen dovemansoren. Natuurlijk! De hoop is nu bij de Christenunie dat politieke lafheid loont in verkiezingstijd.
De dubbelhartigheid van Adema is echter tweeledig, en dat valt niemand op.
Hij ‘gelooft’ namelijk nog steeds in het scenario dat stikstof de natuur ondermijnt. De onbenoemde kritische depositiewaarden (KDW) leveren die andere onnutte modellenwerkelijkheid. Adema verlost ons dus helemaal niet van de stikstofzwendel.
Voordat we de wijdverbreide expertocratische scenariozwendel kunnen begrijpen is het zaak de definities van deze sciëntistische fraude scherp te krijgen.
Scenario’s, voorspellingen, projecties en verwachtingen
Om mee te beginnen, wat zijn scenario’s eigenlijk? In de Encyclopedia of Operations Research and Management Science wordt de volgende definitie voorgesteld (mijn vertaling met de oorspronkelijke tekst):
“Het geheel van voorwaarden en kenmerken die de situatie of omgeving definiëren waaronder een systeem of beleid moet functioneren. Er is vaak een basisscenario (wat zal er gebeuren als de trends zich voortzetten) en een ideaal scenario (welke toekomst zou je graag willen hebben). …”
[“Scenario - The set of conditions and characteristics that define the situation or environment under which a system or policy has to perform. There is often a baseline scenario (what will happen if trends continue) and an ideal scenario (what future one would like to have). …” (p. 1356)]
Met deze definitie zijn we er nog niet. Want: hoe onderscheiden we de termen voorspelling [prediction], projectie [projection] en verwachting [forecast; deze Engelse term wordt ook in het Nederlands gebruikt, trouwens] die ook in de wondere wereld der scenario’s aan bod komen?
Het boek Prediction, Projection and Forecasting van Thomas L. Saaty en Luis G. Vargas uit 1991 zegt in het kort daarover het volgende (mijn vertaling; met nadruk):
“We voorspellen wanneer we van tevoren zeggen, voorspellen of profeteren wat er in de toekomst waarschijnlijk zal gebeuren. We projecteren wanneer we voor een toekomstige gebeurtenis een bepaalde numerieke waarde berekenen. Een verwachting [forecast], een speciaal soort voorspelling, wordt gemaakt op basis van betrouwbare gegevens over gebeurtenissen uit het verleden teneinde gegevens voor toekomstige gebeurtenissen te genereren. Over het algemeen voorspelt men (ja/nee) een oorlog, een aardbeving of de uitkomst van een schaakwedstrijd, projecteert men de waarde van de BNP [bruto nationaal product] of van werkloosheid en verwacht [forecast] men het weer en, meer wetenschappelijk, de economische trends. Voorspellingen, projecties en verwachtingen moeten worden beperkt in tijd en ruimte: wanneer en waar.”
Het IPCC heeft in het CLIMATE CHANGE 2023 Synthesis Report het volgende te melden over scenario’s (mijn vertaling; met nadruk):
“Gemodelleerde scenario’s en trajecten worden gebruikt om toekomstige emissies, klimaatverandering, gerelateerde effecten en risico’s en mogelijke mitigatie- en aanpassingsstrategieën te analyseren en zijn gebaseerd op een reeks aannames, waaronder sociaal-economische variabelen en mitigatie opties. Dit zijn kwantitatieve projecties; het zijn geen voorspellingen of verwachtingen [“neither predictions nor forecasts”]. Mondiaal gemodelleerde emissietrajecten, inclusief die welke zijn gebaseerd op kosteneffectieve benaderingen, bevatten regionaal gedifferentieerde aannames en uitkomsten en moeten in het licht van deze aannames minutieus worden getoetst. …” (p. 9)
Samenvattend zijn scenario’s dus een soort verhaallijnen van, bijvoorbeeld, energiegebruik van vandaag en (over)morgen in relatie tot klimaatverandering, stikstofdepostie en de ontwikkelingen van habitats en zo verder.
De expertocratische scenariozwendel
Het is duidelijk dat het IPCC een forse poging doet om de geschetste scenario’s, waar ook het KNMI gebruik van maakt, uitdrukkelijk niet te presenteren als voorspellingen of verwachtingen.
Dát is pure misleiding.
Het IPCC gebruikt in het CLIMATE CHANGE 2023 Synthesis Report scenario’s wel degelijk als voorspellingen/verwachtingen. Leest u even mee (mijn vertaling; met nadruk):
“De opwarming van de aarde zal op de korte termijn (2021-2040) blijven toenemen, voornamelijk als gevolg van de toegenomen cumulatieve CO2-uitstoot in bijna alle overwogen scenario’s en gemodelleerde trajecten. Op de korte termijn is het waarschijnlijker dan niet dat de opwarming van de aarde 1.5°C zal bereiken, zelfs in het scenario met zeer lage broeikasgasemissies (SSP1-1,9), en waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk de 1.5°C zal overschrijden in scenario’s met hogere emissies. In de overwogen scenario’s en gemodelleerde trajecten liggen de beste schattingen van het tijdstip waarop het niveau van de opwarming van de aarde met 1.5°C wordt bereikt op de korte termijn. In sommige scenario’s en gemodelleerde trajecten daalt de opwarming van de aarde tegen het einde van de 21e eeuw weer tot onder de 1.5°C. De geëvalueerde klimaatrespons op scenario’s voor broeikasgasemissies resulteert in een beste schatting van de opwarming voor de periode 2081–2100, die een reikwijdte beslaat van 1.4°C voor een scenario met zeer lage broeikasgasemissies (SSP1-1.9) tot 2.7°C voor een middelmatig scenario voor broeikasgasemissies (SSP2-4.5) en 4.4°C voor een scenario met zeer hoge broeikasgasemissies (SSP5-8.5) ….” (p. 12)
Dit, waarde lezers, zijn onversneden voorspellingen: “de opwarming van de aarde zal …”; “ een beste schatting van de opwarming … van 1.4°C voor een scenario met zeer lage broeikasgasemissies (SSP1-1.9) …”. Het feit dat het IPCC bij hoog en bij laag beweert dat het niet grossiert in voorspellingen is aantoonbare flessentrekkerij.
De IPCC is als een verslaafde roker die bij elke opgestoken sigaret de verbaasde toeschouwer bezweert dat zij echt gestopt is met roken. Niet onder de indruk!
Hoe zit het met de KNMI en haar scenario definities en gebruik? In de uitgave KNMI’23 klimaatscenario’s voor Nederland worden in ieder geval de volgende scenario definities gehanteerd:
“Uitstootscenario: aannemelijke waarde van de mogelijke toekomstige uitstoot van broeikasgassen en aerosolen, gebaseerd op een coherente en intern consistente set van demografische, sociaal economische en technologische ontwikkelingen, inclusief klimaatbeleid.” (p. 61)
“Een klimaatscenario is een aannemelijk en samenhangend beeld van het toekomstige klimaat, opgesteld om de mogelijke gevolgen van door de mens veroorzaakte klimaatverandering te onderzoeken (IPCC). Zo’n scenario is geen voorspelling van het toekomstige klimaat en er kan evenmin een waarschijnlijkheid aan worden toegekend.” (p. 57)
Zoals blijkt uit onderstaand citaat, zijn ook voor het KNMI, net zoals het IPCC, scenario’s voorspellingen die met grote stelligheid worden gedebiteerd. Want: wie leest de scenario definitie op p. 57 als dit te lezen is op pagina 11 (met nadruk)?:
“… De KNMI’23-klimaatscenario’s laten zien wat Nederland nog meer te wachten staat als de uitstoot van broeikasgassen tot 2080 in het huidige tempo blijft toenemen. Ook tonen ze dat de mate waarin het klimaat nog zal veranderen veel minder groot zal zijn als de wereld zich houdt aan het Klimaatakkoord van Parijs …. Alle vier de scenario’s laten zien dat we hoe dan ook te maken krijgen met zeespiegel- en temperatuurstijging, drogere zomers en nattere winters …. Alleen de grootte van de verandering verschilt per scenario …. De klimaatscenario’s stellen gebruikers in staat om in een veranderend klimaat de gevolgen van veranderingen in het klimaat en extreem weer in kaart te brengen en besluiten te nemen om Nederland ook in de toekomst veilig, duurzaam en bewoonbaar te houden.”
KNMI’s klimaat kookboek en Adema’s stik-sof
Voorspellingen dus. Bedenk: op voorspellingen kunnen we die instituties afrekenen die scenario’s zoals hierboven benoemd de wereld in sturen. Dat is natuurlijk datgene wat men absoluut niet wil.
Vandaar ook de verwoede (en mislukte) pogingen scenario’s niet als voorspellingen te presenteren.
De gefaalde Waldsterben voorspelling - het zure regen - bossterfte doemdenkscenario - uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw ligt de expertocratie nog zwaar op de maag en is niet voor herhaling vatbaar!
Deslniettemin, het KNMI klimaat kookboek is een ingrediëntenlijst waarmee gefabuleerde maatschappelijke uitkomsten worden gepusht, als de ‘beleidskoks’ die maar nauwgezet volgen. Maar, zoals ik eerder opmerkte:
“Het zijn dystopische dromen van utopische (doem)denkers die de wereld als niets anders kunnen zien dan stervend als gevolg van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, tenzij de expertocratie haar utopische zin krijgt.”
Áls de expertocratie deugt, zoals de meesten deugen volgens waarde Bregman, dan kan de expertocratie met recht voor oliedom worden uitgemaakt.
Dat mag geen verbazing wekken.
Academici staan er om bekend alles en iedereen te vergasten op verbijsterend stupide ideeën. Dit schreven bijvoorbeeld Olff en de Vries vorig jaar in Trouw (zie mijn commentaar):
“Het kán anders en beter, mits iedereen in beweging komt. De overheid zal de last van de broodnodige transitie niet alleen bij boeren moeten neerleggen, maar ook bij consumenten, retailers, banken en agro-industrie. Dit kan via een slimme mix van beprijzing, educatie, ruimtelijke ordening, normering, vergunningen, handhaving en verandering van de voedselomgeving.”
Óf de expertocratie is kwaadaardig, dat wil zeggen ze stuurt bewust aan op de verwoesting van de bestaande samenleving voor een door hen gefabuleerd toekomstbeeld dat nooit kan bestaan.
Demissionair minister Adema voelt scenario-nattigheid van het modeltype AERIUS. Maar wat zo vaak het geval is, volledig afscheid nemen van deze kolossale zwendel is blijkbaar ondoenlijk. Scenario’s zijn verslavend; ze geven schijnzekerheid, desnoods ten koste van de samenleving en haar burgers.