Uwe Excellentie, waarde minister Adema,

Ik bewonder uw moed. U hebt een ministerie onder uw hoede genomen waarin veel thema’s, die van groot belang zijn voor de toekomst van ons land en haar burgers, om goed bestuur vragen.

Voedselzekerheid, in het licht van de waarde die we aan natuur willen toekennen, wordt steeds belangrijker, al was het maar omdat voedselprijzen sterk gestegen zijn.

Ik ben mij ervan bewust dat uw collega van der Wal-Zeggelink het stikstofdossier voornamelijk trekt, maar ik meen dat u, met haar, hier een gedeelde verantwoordelijkheid heeft.

Ik constateer dan ook dat goed bestuur ten enenmale ontbreekt op het stikstofdossier.

Dat ligt aan u, uw collega-minister, uw ambtenaren en instituties die u over het stikstofvraagstuk desinformeren. Ik wil in deze brief niet onduidelijk zijn.

De meest recente antwoorden op vragen van de BBB, die door uw collega naar de Kamer zijn gestuurd, laten zien dat de waarheid in dit dossier structureel en aantoonbaar geweld wordt aangedaan.

Ik meen u daar op te moeten wijzen. U behoort immers tot een politieke partij die waarheid expliciet als een groot goed beschouwd, net als ondergetekende.

Laat ik daarom de meest opzichtige onwaarheden in voornoemde antwoorden met u doornemen, te beginnen bij vragen 8 en 9 (met nadruk):

8 Kunt u aangeven hoe groot de onzekerheid is in de berekende piekbelasting die één piekbelaster veroorzaakt?

9 Kunt u dit specifiek voor één boerderij, die piekbelasting veroorzaakt op één Natura 2000-gebied aangeven?

Antwoord vraag 8 en 9
Een exact en eenduidig getal voor de onzekerheid is niet te geven. Aangezien de bijdrage van één bedrijf wordt berekend binnen het toepassingsbereik van de rekenmodellen en de resultaten zijn gegeven in totale depositievracht, is de onzekerheid relatief beperkt.

De uitgevoerde analyse is bedoeld om de ordegrootte-effecten van een aanpak piekbelasters in beeld te brengen. In geval van uitvoering van het verplichtende traject van de aanpak piekbelasters zal altijd zorgvuldig getoetst worden aan de feitelijke situatie.

Mijn ‘academisch dreigement’, te vinden in mijn blogpost Kamervragen BBB over AERIUS beantwoordt, over de onmogelijkheid van het geven van getalsmatige onzekerheden ten aanzien van AERIUS is blijkbaar serieus genomen (met nadruk):

“Dat kan de minister [onzekerheden uitdrukken in getallen] absoluut niet …! De onzekerheid is heel groot en neemt toe bij stijgende atmosferische concentraties. Elke getalsmatige suggestie van onzekerheid is a priori onjuist. Waarom? Binnen OPS zelf wordt onzekerheid ruim onvoldoende geadresseerd dus is de werkelijke onzekerheid in de berekeningen onbekend. …”

Dat de onzekerheid “relatief” beperkt zou zijn, is volstrekte nonsens. Dat weet het RIVM heel goed!

En wat wordt er precies bedoeld met “toetsen aan de feitelijke situatie”? Dat is een holle frase, aangezien die toetsing, volgens de wet, via AERIUS moet plaatsvinden; dat blijkt dus niet te kunnen.

Ik neem u mee naar vragen 10 en 11 (met nadruk):

10 Klopt het dat deze onzekerheid groter wordt, naarmate de emissie hoger is?

11 Voor de (her)uitgifte van stikstofruimte voor nieuwe projecten is de depositie per relevant hexagoon maatgevend, wanneer één piekbelaster op één hexagoon een berekende stikstofbelasting veroorzaakt van 20 mol per hectare per jaar (een realistisch getal), hoe groot is dan de onzekerheid in dit berekende getal?

Antwoord vraag 10 en 11

Er is volgens het RIVM geen vaste relatie tussen de onzekerheid van de berekening en de grootte van de emissie.

De onzekerheid van de berekening is onder andere afhankelijk van de afstand van de bron tot een specifiek hexagoon en het type natuur dat op die locatie aanwezig is. Er kan daarom geen exact getal gegeven worden.”

Het antwoord op beide vragen is huichelachtig. Onzekerheden in AERIUS-berekeningen nemen enorm toe bij toenemende atmosfeerconcentraties.

Dat staat vast, zoals blijkt uit de validatiestudies, die openbaar zijn gemaakt door het RIVM én door collega’s Briggs, Rotgers en ondergetekende zijn uitgediept (studie 1 (09-08-22); studie 2 (09-10-22)).

Als emissies toenemen, nemen atmosfeerconcentraties toe, en dús de onzekerheden in AERIUS berekeningen.

Ik wijs de minister er nogmaals op dat het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof in 2020 al heeft vastgesteld dat AERIUS sowieso disfunctioneert op hexagon niveau.

Deze conclusie van het Adviescollege, waarin ik zitting had zoals u ongetwijfeld weet, is nog van vóór de openbaarmaking van de validatiestudies in maart en de verstrekking van de onderliggende data in augustus van 2022.

Beiden laten ondubbelzinnig zien dat AERIUS nooit heeft gefunctioneerd en nooit zal functioneren, tenzij nieuwe en (van het RIVM) onafhankelijke validatiestudies worden ondernomen.

Als laatste leg ik u vraag 16 voor (met nadruk):

16

Bent u het eens dat de studie ‘Rebuttal On RIVM’s Critique Of Briggs et al. AERIUS/OPS Model Performance’ laat zien dat de onzekerheid van AERIUS groter is, naarmate de emissiebron groter is? Zo nee, uit welke studie blijkt het tegendeel?

Antwoord
Het RIVM heeft op zijn website uitgebreid gereageerd op deze kritiek op het Operationele Prioritaire Stoffen model (OPS).

Het is goed om te zien dat hierover een wetenschappelijk dialoog gevoerd wordt. Dit helpt bij de continue doorontwikkeling van de modellen. Voorlopig is de algemene wetenschappelijke consensus dat OPS geschikt is voor het berekenen van stikstofdepositie.

Ik zie daarom geen aanleiding om de gehanteerde rekenmethodiek te herzien.

Excellentie, hier wordt op meerdere niveaus gelogen; en deze term neem ik niet lichtvaardig in de mond. Laat ik deze ‘rottende ui’ voor u ‘afpellen’.

Ten eerste: het RIVM heeft nooit gereageerd op onze Rebuttal On RIVM’s Critique Of Briggs et al. AERIUS/OPS Model Performance.

Het RIVM heeft gereageerd op onze eerste paper Criticizing AERIUS/OPS Model Performance, die verscheen op 9 augustus naar aanleiding van de openbaarmaking van de validatiestudies, nog zonder onderliggende data.

De Rebuttal On RIVM’s Critique Of Briggs et al. AERIUS/OPS Model Performance, nu met data, verscheen op 9 oktober, als antwoord op de RIVM-reactie naar aanleiding van onze eerste studie.

Onze stevige respons op de reactie van het RIVM van 16 augustus is niet beantwoord door het RIVM. Dat is niet verbazingwekkend gezien het bedroevende wetenschappelijke niveau van betreffende RIVM-reactie.

Ten tweede, er is geen enkele dialoog over AERIUS met ons. Het RIVM heeft slechts ex cathedra gereageerd op onze eerste studie en laat het daar verder bij.

U bent vergast op het aloude ‘het-RIVM-heeft-gereageerd’ slaapmutsje waarbij de inhoud van die reactie, goed of slecht (zeer slecht in dit geval), geen enkele rol speelt.

Ten derde, “algemene wetenschappelijke consensus” heeft nul en generlei waarde. Het is nooit een alternatief voor het inhoudelijke discours, die het RIVM blijkbaar zorgvuldig vermijdt!

Als er al over consensus zou gesproken moeten worden, is het evident dat het RIVM de wetenschappelijke regels voor het testen van modellen aantoonbaar aan de laars lapt.

Anders gezegd: als we het over consensus moeten hebben, zal het RIVM eerst de hand in eigen boezem moeten steken omdat AERIUS nooit volgens internationale modelprotocollen is getest.

En dat blijkt: AERIUS is niet in staat met enige zinvolle precisie achtergronddepositie en toegevoegde stikstofdepositie van specifieke activiteiten te modelleren.

Ter illustratie: als AERIUS de buitentemperatuur zou modelleren zou mijn zeer algemene, correcte, schatting dat, gemiddeld, de buitentemperatuur in oktober lager is dan in augustus AERIUS verslaan in nauwkeurigheid!

Onze conclusie, op basis van de validatiestudies en de data die het RIVM zélf heeft gebruikt én langdurig verborgen heeft gehouden, blijft staan:

AERIUS kan stikstofdepositie op geen enkele wijze fatsoenlijk modelleren en is op geen enkele niveau doelgeschikt.

Excellentie, AERIUS is een nationale ramp. Het verjaagt velen uit hun werkzame leven, kost de samenleving zeer veel geld, levert geen enkele natuurwinst, laat de voedselproductie krimpen, allemaal op grond van een aantoonbaar disfunctionerend model!

Dan blijft er maar een conclusie mogelijk: goed bestuur op het stikstofdossier begint met het afschaffen van AERIUS.

Dan pas kan er worden gebouwd aan degelijk agrarisch beleid waarin voedselzekerheid én natuurkwaliteit eindelijk op waarde kunnen worden geschat.

Hoogachtend,

Jaap C. Hanekamp