Uw waarde blogger heeft de laatste tijd het nodige gepubliceerd over stikstof (ook wetenschappelijk). Ik geef u een bloemlezing van mijn ‘stikstof’ blogposts:
Natuur en Stikstof - Het Paard en de Wagen
Natuur en Stikstof - meer over kritische depositie
Het rariteitenkabinet van habitats - (nog) meer stikstof-vragen
Gerechtelijke dwalingen in het onzekere stikstof landschap
Het (on)kritische discours over kritische depositie
Stikstof en de vijandschap tussen bestuur en burger
Het PBL en Stikstof - Kritisch afWaarderen van Depositie
Stikstof en Utopia - vingeroefeningen in doemdenken
KDW - weg er mee?! (met wetenschappelijke referenties naar onze KDW-studie)
Stikstof als oude wijn in nog oudere zakken
Voordat ondergetekende in de internetpen klom, heb ik met collega’s Briggs en Crok in 2017 een prachtig wetenschappelijke artikel uitgebracht -** A volatile discourse** - waar ik nog steed met veel genoegen op terugkijk.
Dit artikel bleek een grotere bom te zijn dan gedacht, zoals blijkt uit de WOB publicatie die collega Rotgers bespreekt in Hoe de overheid stikstofkritiek poogde te verstikken.
Belangrijke conclusie uit al ons stikstofwerk: natuurkwaliteit (staat van instandhouding) is níet hetzelfde als stikstofdepositie overschrijdingen afgemeten aan de Kritische depositiewaarden (KDW - de ‘ecologische risicoplafonds’), datgene wat de Nederlandse overheid, tegen alle feitenkennis in, wederom claimt.
Nog een belangrijke conclusie: de stikstof ‘afrekenmethodiek’ – AERIUS - het rekenapparaat om onder andere stikstofdeposities mee te schatten - in combinatie met KDW - is ondeugdelijk want veel te reductionistisch (zie de conclusie hierboven) én veel te onnauwkeurig.
Christianne van der Wal, de minister van Natuur en Stikstof, blijft echter ‘stikstofmagie’ verkopen zoals blijkt uit haar uitspraken gedaan in WNL Op Zondag. Een kleine sample van haar (soms) tegenstrijdige en (vrijwel altijd) onzinnige uitspraken:
“Er is “geen keuze”; de natuur moet beschermd worden tegen te hoge stikstofuitstoot. “Dat glaasje drinkwater dat we uit de kraan tappen alsof het normaal is. Maar die waterkwaliteit staat echt onder druk. De schone lucht die we inademen: het staat echt onder druk."
“Maar ook de biodiversiteit, gewoon de bloemetjes en bijtjes: het staat onder druk. De bloem en bijtjes die we nodig hebben voor onze voedselproductie. Daar moeten we niet lichtzinnig over doen."
Ook zegt ze het „super, super belangrijk” te vinden dat het stikstofbeleid er niet toe leidt dat de manier van leven op het platteland ontwricht raakt.
Zij wil luisteren naar de boeren die op 22 juni naar Den Haag zullen komen in protest tegen de stikstofplannen van het kabinet. “Ik sta altijd open voor goede ideeën”, meldt ze “Maar de doelen zijn klip en klaar. Ik heb een duidelijke opdracht: de helft minder stikstof in 2030.""
Hoe dat allemaal ook zij, laten we het Nederlandse stikstofbeleid nogmaals eens onder de loep nemen, nu aan de hand van vier Ms: magie, misleiding, minachting en macht.
Magie. Deze term lijkt ver buiten onze werkelijkheid te staan - bijvoorbeeld de Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry - maar niets is minder waar. Veel politici en bestuurders (en sommige wetenschappers) geloven in magie.
Ik leg het uit.
Hillary Putnam, een groot modern filosoof omschrijft, in zijn boek Renewing Philosophy, magie als “intrinsiek onbegrijpelijk en incoherent” (met nadruk):
“… it is far from clear that the concept of a magical power is a coherent one. We can certainly imagine possible worlds in which things regularly happen that superstitious people would regard as magic; but the very fact that they regularly happen in those possible worlds is strong reason for saying that in those possible worlds those things are not really magic - it is just that those worlds have different laws than the actual world. The notion of a world in which things happen that are “truly magical” is, I think, an incoherent one ….”
Maar waarom zou ik het hier hebben over magie? Omdat het Nederlandse stikstofbeleid ten diepste een vorm van magie is: intrinsiek onbegrijpelijk en incoherent. Je zou het ministerie van LNV, afdeling Natuur en Stikstof, als de Ministry of Magic kunnen betitelen.
Immers, met AERIUS gemodelleerde afname van stikstofdepositie bij eliminatie van een stuk van de agrarische sector, gekoppeld aan met KDW geconstrueerd natuurprofijt, bevinden we ons binnenskamers afgezonderd met getallen en algoritmes.
De magie zit em onder andere in de drogreden van reïficatie.
Dat is een abstractie - een getalsmatige constructie zoals KDW; een modelberekening - moedwillig foutief behandelen als een concreet, reëel fenomeen.
Uiteraard is het RIVM de partij die de stikstofplannen moet doorrekenen. In dit geval zijn de omvangrijke beleidsuitgangspunten aangereikt aan het RIVM waarmee het gedegradeerd is tot een rekenkundig uitvoeringsorgaan:
“… a. Een aangereikte zoneringskaart (de ABCD-kaart …),
b. Vastgestelde reductiepercentages voor emissies voor de meeste zones binnen deze kaart volgens het zogenoemde Regiodoelenscenario …,
c. Een inperking van zone C2 met een aantal (vooral natte) Natura 2000-gebieden waaromheen een emissiereductiezone van 1 km is toegepast …,
d. Een emissie reductie van 40% van de landbouw emissies (NH3) in 2030 ten opzichte van het basispad.”
Dit beleidsmatige verlanglijstje wordt, niet verbazingwekkend, ogenblikkelijk gevolgd door een grondige disclaimer waarin de RIVM-auteurs alle consequenties van hun werk op andermans bordje leggen (p. 3; met nadruk):
“De hier gepresenteerde indicatieve emissiereductiedoelen geven geen invulling van de manier waarop de emissiereductie behaald kan worden.
De gebruikte emissies, berekende deposities, kritische depositiewaarden, natuur- en zoneringskaarten kennen allemaal een onzekerheid. Deze mate van onzekerheid wordt over het algemeen groter naarmate meer in detail naar individuele natuurgebieden gekeken wordt. Dat betekent dat de gepresenteerde resultaten alleen indicatief geïnterpreteerd dienen te worden. De resultaten zijn nadrukkelijk geen prognose van een voorgenomen beleidspakket.
Voor deze doorrekening is gebruik gemaakt van informatiebronnen die niet publiekelijk toegankelijk zijn, onder andere agrarische bedrijfsgegevens. Resultaten kunnen om deze reden niet op bedrijfsniveau beschikbaar worden gesteld in verband met privacywetgeving.
De gebruikte bedrijfsgegevens zijn bovendien van 2018 en geaggregeerd naar gridcellen van 64 ha. Dit en de hierboven genoemde onzekerheden maakt deze informatie ongeschikt is voor beslissingen op bedrijfsniveau.”
Commentaar overbodig. Wat nog meer opvalt is de nadrukkelijke bevestiging van datgene wat ik samen met collega Rotgers en Briggs al jaren herhaal: onzekerheid en de grote consequenties voor het doorzien, dan wel misverstaan, van resultaten en (on)mogelijke beleidskeuzes.
Uit deze disclaimer blijkt onomwonden dat het RIVM een zwembad nattigheid voelt bij deze meest recente stikstof rekenexercitie.
Maar er is meer.
Het RIVM meldt ook dat ter beoordeling van de modelexercities KDW worden ingezet op verzoek van de opdrachtgever(?).
Anders gezegd: de verantwoordelijkheid voor het gebruik van KDW, die met zoveel tamtam wetenschappelijk worden verdedigd, wil het RIVM niet zélf nemen(?) (p. 9; met nadruk):
“De mate van overschrijding is op verzoek van opdrachtgever uitgedrukt ten opzichte van de KDW en KDW+. De KDW+ is in deze opdracht nadrukkelijk als tussendoel (KDW-t) gehanteerd. De KDW-t is een aangepaste vorm van de KDW waarbij KDW’s lager dan 1.000 mol/ha/jaar opgehoogd zijn met een factor 2, tot maximaal 1.000 mol/ha/jaar.
KDW-t is een tussendoelstelling ten opzichte van de KDW en is als indicator gepresenteerd. De KDW-t fungeert als een (tijdelijk) minder ambitieuze tussendoelstelling in gebieden met een heel lage KDW.”
Het RIVM wil zich niet branden aan de vermeende functionaliteiten van KDW. Anders gezegd: het wetenschappelijke KDW-dispuut dat wij hebben aangezwengeld en, tot op heden, onbeantwoord is gebleven wordt zorgvuldig vermeden en bij de opdrachtgever gelaten.
Preciezer: impliciet (of wellicht expliciet) worden de (pseudo)wetenschappelijke KDW gedegradeerd tot niet meer dan beleidsinstrumenten die naar believen beleidsmatig worden ingezet. Daarnaast zijn er plotsklaps KDW-t’s bedacht als ‘tussendoelstelling’.
Dat laat zien dat KDW risico-analytisch weinig om het lijf hebben.
Sterker: collega Rotgers heeft volgens dezelfde AERIUS-systematiek aangetoond dat veel KDW onhaalbaar zijn, met én zonder landbouw:
Kortom: we hebben te maken met magie. Een fantasiewereld die de echte heeft ‘vervangen’. Deze destructieve magische stikstofwereld wordt gedragen door de M van misleiding.
Politici en bestuurders misleiden en laten zich misleiden door die magie.
Misleiden en misleid worden kan tot op zekere hoogte niet verwijtbaar zijn, mocht het zo zijn dat ‘the powers that be’ min of meer oprecht zouden geloven in de magie van de ‘crisis’ en de magie van ‘voorgestelde oplossingen’.
Daar lijkt het echter in het geheel niet op. Het stilstofdebat is doorspekt met de M van minachting.
Minachting voor wie? De Nederlandse bevolking, en met name de boeren. De NOS tekent het volgende op uit de mond van Kamerlid de Groot (D66; met nadruk):
“D66 zal het kabinet aan de afspraken tussen regeringspartijen houden om de stikstofuitstoot drastisch te verminderen. Daarvoor zal de veestapel kleiner moeten worden, daar is geen ontkomen aan, zei D66-Kamerlid en landbouwwoordvoerder Tjeerd de Groot in het televisieprogramma Buitenhof. “We moeten boeren nu geen valse hoop geven."”
Het volstrekte dedain voor de boeren laat zich hier zonneklaar aflezen. Maar dat is niet alles. In het licht van de forse inflatie en de oplopende kosten van voedsel en energie is dit, onder andere, de publieke respons van ministers Rutte en Kaag (met nadruk):
“Het kabinet ziet niet veel mogelijkheden om dit jaar nog iets te doen om de koopkracht van lage en middeninkomens te verbeteren. Premier Rutte en minister Kaag van Financiën zeggen dat in reactie op de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), waaruit blijkt dat 1,2 miljoen huishoudens in de problemen dreigen te komen door de stijgende prijzen.
“Je schrikt als je die cijfers ziet”, zegt Kaag, “maar we moeten niet verbaasd zijn.” Ook voor Rutte komen de cijfers “niet helemaal onverwacht”. “Het maakt nog maar eens duidelijk wat de impact is van de stijgende kosten voor levensonderhoud op grote groepen in de samenleving. Het probleem is heel groot”, zegt hij.
“We moeten blijven kijken hoe de cijfers zich de komende tijd ontwikkelen”, denkt Rutte. Hij wil kijken wat er mogelijk is, maar waarschuwt voor te hoge verwachtingen. “We doen al heel veel. Er is niet heel veel mogelijk in het lopende jaar."”
Met de grootst mogelijke spoed moet een non-probleem, de ‘stikstofcrisis’, worden aangepakt terwijl het scheppen van een duurzaam én gezond financieel klimaat voor de Nederlandse burger teveel is gevraagd van de politiek.
Waarom dan zo veel geld weggooien aan niets? Simpel: het gaat om de M van macht.
Het stikstofbeleid biedt, in de ‘beste’ (lees: meest destructieve) utopische traditie, de mogelijkheden de samenleving naar believen te ‘herschikken’ zonder dat er ooit resultaten meetbaar en publiekelijk (wetenschappelijk) afrekenbaar kunnen worden vastgesteld.
Nogmaals: alles speelt zich af in de virtuele getallenwereld van modellen.
De morele chantage die daarbij bestuurlijk ‘passend’ wordt geacht ligt op het vlak van ongekwalificeerde uitspraken over biodiversiteit, water- en luchtkwaliteit die onder druk zouden staan in Nederland.
Kortom: het stikstofbeleid is een ballenbad voor politici.
De wens om in dit veilig lijkende ballenbad te vertoeven gaat ten koste van het platteland, de Staatskas, de voedselproductie, de Nederlandse economie, de persoonlijke portemonnee en zo verder.
Ziehier de onheilige mixtuur van magie, misleiding, minachting en macht.
De rekening mogen wij als burger betalen zonder dat er ooit iets voor terugkomt. Waarde lezer zij er op gewezen dat de aangenomen motie Geurts en Harbers betreffende de maatschappelijke kosten-batenanalyse van dit beleid tot op heden niet is uitgevoerd.
Tja … moet ik dit verder uitleggen?!