Eindelijk is het werk van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof in het nieuws. Er begint wat te dagen in medialand. Een kijkje in de wondere wereld van beleidsmakers, ministers en de schrijvende pers. Dit alles verlicht met een WOBje.
EenVandaag begint het nieuwsbericht, zoals te doen gebruikelijk, met een dreigende titel en een pittige intro. Plots is het werk van het Adviescollege, waaraan uw waarde blogger een bescheiden bijdrage heeft geleverd, geclassificeerd als een “belangrijk stikstofadvies”:
“Ministerie negeerde ‘desastreus’ stikstofadvies zodat bouwprojecten gewoon door konden gaan - Het ministerie van Infrastructuur heeft een belangrijk stikstofadvies naast zich neergelegd, omdat het vergunningen voor wegen en andere infrastructuurprojecten in gevaar zou brengen. Dat argument werd verzwegen voor de Tweede Kamer.”
Interessant allemaal zeg! Wat blijkt onder andere uit de WOB, die na bijna een jaar (!) werd overhandigd aan de verzoeker EenVandaag?
De evidente benadeling van boeren ten opzichte van de stikstofuitstoot van bijvoorbeeld het verkeer. Wat zeggen ‘we’ als Adviescollege (nadruk toegevoegd):
“… In dit eindrapport geeft het adviescollege aan dat het rekeninstrument AERIUS Calculator niet doelgeschikt is. Daarvoor zijn twee redenen: 1. de onbalans tussen het detail dat het beleid vraagt en de mate van wetenschappelijke onzekerheid in het berekenen van de depositie op een klein oppervlak en 2. de ongelijke behandeling van verschillende sectoren door het gebruik van verschillende modellen (SRM-2, OPS) bij de vergunningverlening. Daarbij komt nog dat er voor wegen wel een afkapgrens van 5 km geldt, die voor bijvoorbeeld stallen niet bestaat.” (p. 4)
“Het adviescollege adviseert om de berekening van NOx- en NH3-concentraties ten gevolge van verkeersemissies met SRM-2 te laten vallen en te vervangen door gebruik te maken van een op OPS gebaseerde bron-receptormatrix. Hierdoor vervalt impliciet ook de afkappingsafstand van 5 km voor verkeersemissies.” (p. 17)
De afkapgrens van 5 km voor verkeer en de “wetenschappelijke onzekerheid in het berekenen van de depositie op een klein oppervlak” blijken pijnpunten van formaat te zijn voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W). Zoals binnenskamers wordt opgemerkt (met nadruk):
“De aanbeveling om voor wegverkeer over te stappen op een rekenmethode gebaseerd op OPS, kan desastreuze consequenties hebben voor alle projecten waar gerekend wordt met SRM2 (ook woningbouw, omdat deze te maken heeft met verkeersaantrekkende werking), als deze aanbeveling zomaar overgenomen wordt, voor zowel lopende als nieuwe projecten. Dit geldt eveneens voor de projecten die gebruik maken van het stikstofregistratiesysteem. Het zomaar overnemen van aanbevelingen van de commissie kan ook consequenties hebben voor onderzoek van projecten naar de effecten op luchtkwaliteit (fijn stof, stikstofdioxide). Ook daarbij wordt gebruik gemaakt van SRM2 en een maximale rekenafstand van 5 kilometer.”
Het is adembenemend om te zien dat in het belijden van een “sterke natuur”, als “voorwaarde voor een gezonde leefomgeving, een “gezonde voedselvoorziening” en een “duurzame economische groei”, stikstofdepositie van diverse bronnen heel verschillend wordt berekend.
Bijzonder!
Landbouw wordt in de Nederlandse stikstofaanpak als veel ‘belangrijker’ aangemerkt dan verkeer en bouw. Dat onderscheid wordt willens en wetens rekenkundig ingebouwd in de beoordelingssystematiek, de 5 km afkapgrens voor verkeer. Terecht merkt EenVandaag op:
“Waar bijvoorbeeld een boer zijn stikstofneerslag onbeperkt, tot wel over honderden kilometers, moest uitrekenen, werd de uitstoot van verkeer na 5 kilometer afgekapt.”
De gespreksnota die wordt opgesteld voor de minister van I&W als voorbereiding voor een gesprek met de minister van LNV is van hetzelfde laken een pak (met nadruk):
“U kunt aan de minister van LNV aangeven dat u enorme risico’s constateert indien het kabinet niet voldoende daadkrachtig haar vertrouwen in het huidige gebruik van SRM2 mét afkapgrens uitstraalt. Dat geldt niet alleen voor lopende beroepsprocedures, maar ook voor lopende vergunningaanvragen en projecten die voornemens zijn om op korte termijn vergunning aan te vragen en voor bestemmingsplannen. Niet alleen wegprojecten zullen geraakt worden, maar ook alle woningbouwprojecten binnen en buiten het SSRS, industrieprojecten en zelfs de landbouw bij plannen waar wegverkeer aan de orde is.
U kunt daarbij ter herinnering oproepen dat IenW zowel ambtelijk als politiek nog vóór het doorrekenen van de snelheidsverlaging meermalen gewezen heeft op de situatie waarin we ons nu bevinden en indertijd geadviseerd heeft om de snelheidsverlaging niet met OPS door te rekenen, maar de huidige werkwijze voor berekeningen bij projecten met wegverkeer toe te passen. Dat dit advies niet overgenomen is en de toen al verwachtte risico’s nu daadwerkelijk optreden, maakt dat u van de minister van LNV verwacht dat zij met man en macht probeert de risico’s voor alle projecten met verkeersaantrekkende werking te voorkomen.
Daarvoor is nodig dat de minister van LNV haar vertrouwen uitspreekt in de huidige werkwijze en op geen enkele wijze de suggestie wekt dat de huidige werkwijze inclusief afkapgrens heroverwogen wordt.”
De Nederlandse overheid blijkt, ironisch genoeg, uiteindelijk vrijwel geen interesse te hebben in natuur. Landbouw kan hooguit stikstof-coulance krijgen van IenW als wegverkeer voor de sector aan de orde is.
Samenvattend: de propaganda dat boeren de grote ‘stikstofboosdoeners’ zijn - a.k.a. piekbelasters - is niets anders dan** selectief weg-rekenen** van andere bronnen.
Stikstofdepositie van de agrarische sector wordt bewust misbruikt - d.w.z. rekenkundig naar verhouding ‘uitvergroot’ - als herinrichtingsinstrument waarbij de boeren het veld moeten ruimen.
Natuur? Welke natuur?!