Bijgevoegde plaat verbeeldt de fundamentele dubbelzinnigheid van het Nederlandse natuurbeleid: het getalsmatige virtuele ‘binnen’ en de werkelijkheid ‘buiten’.

Verrassend: over de werkelijkheid ‘buiten’ weten we behoorlijk veel.

Wat wil namelijk het geval. De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) bevat maar liefst een slordige 150 miljoen natuurgegevens.

Pardon?

Een datapakhuis vol met (daar zijn we weer!) niet publiekelijk beschikbare gegevens over Nederlandse natuur.

Dat moge zo zijn, maar AERIUS en KDW fungeren én domineren modelmatig als biodiversiteitsgraadmeter.

Pardon 2?

We kunnen dus op twee manieren het afgebeelde datacentrum bekijken: als ongebruikt en dienstbaar datapakhuis én als overbelaste en onnauwkeurige rekenmachine.

Heel verwarrend allemaal. We moeten een fors aantal stappen dichterbij. Daar heeft, wie anders, collega Rotgers voor gezorgd.


In haar meest recente analyse brengt zij deze zonderlinge dubbelzinnigheid van het Nederlandse natuurbeleid haarscherp in beeld. Voordat ik haar stuk (verplichte kost) bespreek, eerst dit in de herhaling.

Het PBL zegt het volgende ten aanzien van hun rapport Naar een Uitweg uit de Stikstofcrisis in de presentatie van 14 oktober 2021 (met nadruk):

(Vanaf 7.00 min): “… Wat we zien is, dat we in de huidige aanpak geen garantie zien dat de reductie van stikstof ook leidt tot kosteneffectief natuurherstel. … De huidige aanpak riskeert lastig uitlegbare resultaten. We besteden miljarden aan de aanpak en daarmee weten we niet of we op kosteneffectieve manier natuurkwaliteit verbeteren. … Als natuurkwaliteit centraal wordt gesteld, dan kan het kosten effectiever. … KDW is geen maat voor de staat van de natuur.”

Anders gezegd, het ‘halen’ van een KDW heeft, aldus het PBL, geen voorspellende ‘natuurwaarde’ voor de habitats in kwestie.

Maar ‘we’ doen wel net alsof.

Nu wordt het interessant, want collega Rotgers heeft in haar stuk, met de titel In Nederlands Natuurbeleid tellen slechts enkele soorten, laten zien dat er heel veel data is omtrent Nederlandse natuur. In haar eigen afsluitende woorden (nadruk toegevoegd):

“Hoe zit het nu met de natuurkwaliteit, oftewel de biodiversiteit, in Mantingerzand? Voldoet die aan de Habitat- en Vogelrichtlijn? De NDFF telt 150 miljoen natuurgegevens. Hiervan betreffen 5.471.281 waarnemingen provincie Drenthe; 112.438 waarnemingen vallen binnen de begrenzing van de N2000-gebieden Mantingerbos en Mantingerzand.

Deze gegevens zouden gebruikt kunnen worden voor de evaluatie van de Habitat- en Vogelrichtlijn. Maar dat gebeurt niet. Het Natuurbeheerplan kijkt slechts naar de aanwezigheid van enkele gewenste soorten.

Daarnaast kijkt het Natuurbeheerplan naar de uitkomsten van stikstofmodel Aerius. Die worden beschouwd als graadmeter voor de biodiversiteit. Voor Mantingerzand berekent Aerius een matige tot sterke overbelasting met stikstof. Dit betekent dat het in dit gebied op papier (en dus voor het beleid) niet goed gaat met de soorten flora en fauna.

Dus, wél data hebben en er géén zinvol gebruik van maken. Welnee, we gaan uit van AERIUS om, via de band van de KDW, te komen tot het virtuele oordeel dat het niet goed gaat met de flora en fauna in een bepaald Natura2000 gebied.

Want gemodelleerde stikstofdepositie ligt boven één of andere KDW.

Samengevat: modellen en getallen worden als ‘echter’ beschouwd dan de zichtbare en meetbare werkelijkheid.

Dus: abstracte modellen worden valselijk concreet gemaakt en de resultaten daarvan worden beschouwd als daadwerkelijk inzicht gevend in de staat van instandhouding van de natuur.

Vraag is waaróm dit virtuele gedoe van onzinnige reductionistische proporties - moeilijke woorden voor pseudowetenschap - terwijl je natuurdata voor het grijpen hebt (althans voor sommigen; gewone stervelingen hebben geen inzage)?

Ook ik, als onderzoeker, kan mijn gedachten de vrije loop laten gaan. In de wetenschap heet dat hypothesevorming.

Mijn hypothese is, heel gewoontjes … even wachten … geld!

Er moet namelijk heel veel publiek geld worden weggegooid aan het uitbannen van delen van de agrarische sector (want er is geen Europese oorlog en voedsel moet nog veel duurder).

Maar, en dat is een pittige: mag de Nederlandse regering zomaar een in principe vrije markt naar haar hand zetten met heel veel publiek geld?

Nou nee. Er moeten dwingende redenen zijn om dat te doen.

Wacht even: de instandhouding van de natuur is een dwingende reden.

Alleen, dat is lastig te realiseren met de NDFF data. Die data is allemaal veel te nuttig en toepasbaar en beperkt daarmee, naar alle waarschijnlijkheid, het uitgavenpotentieel van onze overheid.

Stel je voor dat de boeren met hun stikstof emissies meetbaar de natuur aanzienlijk minder nadelig beïnvloeden. Ondenkbaar!

Niet getreurd: de virtuele wereld van AERIUS en KDW biedt uitkomst.

Immers de KDW zijn voor vrijwel iedereen onnavolgbaar en met een onbestaanbare precisie in elkaar geknutseld; en AERIUS? … Laat maar.

En zo komt toch nog alles ‘goed’ wat betreft de miljardenuitgaven om een succesvol én nuttig stukje Nederlandse economie te beëindigen ….

Te sarcastisch? Wellicht. Dat sarcasme wordt, helaas, wel gevoed door inhoudelijke kennis van zaken.

Hoogste tijd dus voor een grondige stikstof beleidsupdate mét tracking en tracing, ook als het gaat over de begunstigden van al die miljarden. Want: cui bono?