Beste Wim,
we kunnen elkaar wel tutoyeren, lijkt me. Ik reageer bij dezen rechtstreeks op jouw reflectie, in Veeteelt, op de eerste bevindingen van Matt en ondergetekende op het onderzoek naar kritische depositie waarden (KDW).
Ik begrijp heel goed dat nuancering ingewikkeld is in zo’n kort stukje in de pers. Wellicht heeft de journalist je op sommige punten niet adequaat geciteerd. Hoe dan ook, ik zal het (moeten) doen met de geschreven tekst.
Jouw opmerking dat “er is geen enkele reden [is] om te veronderstellen dat de kritische depositiewaarden in Nederland systematisch te laag zijn vastgesteld” doet helemaal niet terzake; dit aspect komt niet aan de orde in onze vraagstelling en onze eerste bevindingen. Het is geen onderwerp van onderzoek voor ons.
Probeer je hier iets te verkopen (aan wie dan?), of is dit een stroman van onze argumenten die je (met enthousiasme) in de brand wil steken? Of is het iets heel anders? Jij mag het zeggen, Wim, want ik weet het niet.
Wat is ons punt eigenlijk van ons werk tot zover? Proberen we alles op één paard te verwedden? Laat ik het volgende uit de vorige blogpost herhalen:
“Als uitgangspunt van onze analyse hebben we de studie Quantifying uncertainty in critical loads - CEH Report to SEPA genomen. Niet dat deze studie het finale woord zou zijn of allesomvattend KDW behandelt.
Het is wel een bruikbare ingang, met een zeer uitgebreide literatuurlijst, als het gaat over de onzekerheden in KDW …”
Jouw geciteerde woorden vertellen een ander verhaal aan de lezer, die wellicht geruststellend overkomen wat betreft jouw eigen werk in relatie tot onze inspanningen, die de lezer begrijpelijk niet op waarde kan schatten:
“‘Het onderzoek van de Amerikaanse statisticus Matt Briggs en de Nederlandse onderzoeker Jaap Hanekamp, waarop STAF deze conclusie baseert, is onvolledig. Zij verwijzen naar één studie uit 2014 waarbij is gekeken naar het effect van toegediende stikstof op een ecosysteem en suggereren impliciet dat dit de basis is van de kritische depositiewaarden in Nederland. Maar het onderzoek naar kritische depositiewaarden is gebaseerd op een aantal verschillende methoden, waarvan dit er maar één is. Een ander voorbeeld zijn studies waarin het verband is onderzocht tussen soortenrijkdom en de aanwezige stikstofdepositie. Al deze methoden zijn degelijk wetenschappelijk onderbouwd, gecontroleerd door andere wetenschappers en gepubliceerd in onafhankelijke wetenschappelijk tijdschriften.'”
Wij hebben nooit iets anders beweerd wat betreft de gekozen studie. Maar jouw schets van ons werk is halfbakken.
Je vermeldt namelijk niet dat de door ons gebruikte studie een omvangrijke onzekerheidsanalyse is van KDW in relatie tot een aantal, zeker niet all, eindpunten.
Preciezer, Quantifying uncertainty in critical loads - CEH Report to SEPA is een overkoepelende onzekerheidsanalyse van experimentele studies gedaan tussen 1992-2009. De bijbehorende referentielijst beslaat niet minder dan 10 pagina’s.
De onzekerheden die toe te kennen zijn aan KDW vanuit gekozen studies is onderwerp van onze heranalyse. Daar zijn we mee begonnen, studie voor studie, en de nu voorliggende eerste bevindingen geven een, zoals gezegd, eerste indruk van de CEH-rapportage.
Onze bevindingen zijn, tja …. We kunnen hier colleges mee vullen hoe vooral geen statistiek moet worden gedaan op datasets! En: KDW onzekerheden zijn veel groter dan gerapporteerd.
En, oh ja Wim, het autoriteitsargument maakt op mij geen enkele indruk. Dat wetenschappelijk studies “onderbouwd, gecontroleerd door andere wetenschappers en gepubliceerd in onafhankelijke wetenschappelijk[e] tijdschriften” zijn, zegt vrijwel niets over kwaliteit.
Het gaat altijd (als in altijd) om de inhoud, nooit om door de wetenschappelijke gemeenschap zelfbedachte stempels.
Anders gezegd: je hoeft mij niets te vertellen over ‘peer-review’; we weten allebei dat dat snel kan ontaarden in ‘pal-review’, met het bijbehorende gatekeeper gedrag.
En dan nog wat. Je merkt terecht op dat een “kritische depositiewaarde dus nooit een absolute waarheid [is].” Maar: jij weet net zo goed als ik dat de KDW wél zo worden opgevat én toegepast.
Het nieuwste ambtelijke dingetje, Stikstofruimte voor de toekomst, laat dat heel ‘mooi’ (preciezer: lelijk) zien. Maar jouw kritische stem hoor ik hier niet, noch die van iemand anders.
Wim, er rest mij weinig anders dan te constateren dat binnen het discours waarin jij al jaren werkt het begrip kritische academische reflectie nog nauwelijks tot ontwikkeling is gekomen. Niet verwonderlijk, gezien de leeftijd van dit onderzoeksveld.
Daarom wil ik daar met genoegen aan bijdragen! Bij dezen.
Goede groet, en gezegende Paasdagen (dat meen ik van harte; dat weet je)
Jaap