Okay. Nare titel. Niet aardig van mij. Ik weet het. NVWA is natuurlijk de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. Soms echter maakt dit instituut er een potje van, met een maatschappelijk nocebo effect als gevolg.

In deze blogpost richten mijn pijlen zich op het Advies van BuRO over gezondheidsrisico’s van bamboe bekers. Ook rapporten kunnen een gevaar zijn voor de gezondheid.

Ik had in mijn vorige blogpost in ieder geval dit opgemerkt als teaser (nadruk toegevoegd):

“Het [melamine drama] is een klassiek voorbeeld waarin met ‘een beetje’ toxicologie, en de kunst van het weglaten, mensen bang worden gemaakt met ‘giftige stoffen’ die uit een bepaald soort kunststof in ons voedsel zouden kunnen komen.

Wat deze coronatijd ons heeft geleerd is dat angst een zeer effectief instrument is om mensen en de samenleving gevangen te houden in wensbeelden van instituties.

Pittige uitspraken. Te pittig, wellicht. Maar, waar gaat het precies over?

De hele zaak draait om de kunststof melamine dat bekend is geworden, in ieder geval bij mij, van camping servies.

Vooral de modernere melaminevarianten zoals met bamboevezels staan in de negatieve belangstelling, dankzij de NVWA.

Nu is de kunststof melamine niet zo bar interessant. Het is een hard en stevig polymeer materiaal (plastic in de volksmond) dat ideaal is voor servies.

Waar het hier specifiek om gaat is formaldehyde, dat uit het kunststof in eten en drinken kan terechtkomen dat met het melamine servies in aanraking is geweest. Dáár ga ik het over hebben.

Een ‘chemische stof’ dat uit het kunststof in voedsel terecht kan komen? Is dan ‘niets meer veilig’? Arme kinderen die het prakje avondeten geserveerd krijgen op een melaminebordje!?

De NOS-website, als trouwe en volgzame rapporteur van uitingen van overheidsinstituties, zegt het als volgt (nadruk toegevoegd):

Op basis van het onderzoek adviseert de NVWA om de Europese veiligheidsnorm voor formaldehyde in melamine-kunststofservies (met of zonder bamboevezels) aan te scherpen. De huidige norm biedt onvoldoende bescherming bij gebruik door jonge kinderen vanwege hun geringere lichaamsgewicht, concludeert de NVWA. …

Het Voedingscentrum adviseert in afwachting van de verlaging van de norm om ook serviezen gemaakt van 100% melamine (dus zonder toevoegingen van bamboe en/of mais), niet te gebruiken voor heet eten en drinken voor kinderen tussen 0 en 3 jaar.”

Want hoewel het NVWA-advies in hoofdzaak betrekking heeft op melamine met bamboevezels, meldt het rapport afsluitend op p. 15 dat de:

“bevindingen en conclusies over migratie van formaldehyde … uit bamboe/melamine FCM [food-contact materials; uw blogger] … ook van toepassing [zijn] op melamine FCM."

En passant verwijst de NVWA alle melamine kunststof materialen, die als FCM worden gebruikt, in feite naar de prullenbak. Want: formaldehyde!

Laat ik niet onduidelijk zijn: als mijn studenten dit rapport hadden gemaakt, hadden ze een dikke onvoldoende gekregen, met de opdracht het werk opnieuw te doen.

Gelukkig heb ik nog nooit studenten begeleid die een soortgelijk dilettantisme aan de dag hebben gelegd als de NVWA doet in dit rapport.

Genoeg gezeurd: boter bij de vis. Wat is er mis met de BuRO-studie?

Ik zal een paar aspecten belichten die óf niet in het BuRO-rapport aan bod komen óf ten onrechte slechts zijdelings worden benoemd óf een verkeerde voorstelling van zaken oproepen.

We moeten het dus hebben over ‘getallen’. Geachte lezer: u bent gewaarschuwd.

Ten eerste

Wij produceren zelf elke minuut van de dag formaldehyde! Het is onderdeel van onze fysiologie, hoe ons lichaam werkt. Het BuRO-rapport besteedt er nauwelijks aandacht aan.

We produceren per dag aardig wat van dat spul: de schatting is zo’n 878-1310 mg/kg lichaamsgewicht. De halfwaardetijd is ± 1-1.5 minuten. Formaldehyde wordt dus heel snel in ons lichaam omgezet.

Een persoon die 70 kg weegt produceert én verwijdert per dag tussen de 61 en 91 gram aan zelfgemaakte formaldehyde. Dát zijn nog eens hoeveelheden.

Kortom: we zijn uitstekend ‘bewapend’ tegen formaldehyde.

Ten tweede

Dat snelle wegwerken geldt ook voor formaldehyde die we binnenkrijgen via onze voeding, wel of niet ‘aangevuld’ met formaldehyde uit melamine kunststof.

Want jawel (zou meneer de Uil zeggen), voeding van allerlei soorten bevat van nature formaldehyde. Dit staatje, naar de studie van Nowshad et al. (2018), geeft een aardige indruk (met een molecuulstructuur van de gewraakte stof):

Een peertje bevat behoorlijk wat formaldehyde, zo’n kleine 60 mg/kg. Vandaar de foto bovenaan deze blogpost. Geen misverstand: een peer is een prima stuk fruit voor jonge kinderen!

Vis, gezonde voeding(!), bevat ook heel wat formaldehyde: ± 1–293 mg/kg. Versheid speelt een rol in gevonden hoeveelheden, naast het soort vis en de bereidingswijze.

Hoeveel formaldehyde krijgen we van nature via onze voeding binnen? Wat is onze ‘achtergrondblootstelling’?

Goeie vraag dat vraagt om, alweer, getallen. Laat ons eens een ruwe schatting maken voor, allereerst, peuters en kleuters van 1-3 jaar. Volwassenen komen zo aan de beurt.

Wat basisgetallen, genomen uit deze EFSA-studie. Lichaamsgewicht: ± 12 kg; dagelijkse consumptie eten en drinken: ± 114.4 gr/kg lichaamsgewicht.

Kinderen tussen 1-3 jaar zijn bij benadering de grootste smulpapen van alle leeftijdscategorieën: meer dan 1 kg eten/drinken per dag!

Bij dezen een paar hapjes voor de smaak, zonder het volledige dagmenu op te dienen van onze allerkleinsten:

  • ± 200 gr fruit of fruithapje: ± 2.0 – 11.6 mg formaldehyde.
  • ± 150 gr groente: ± 1.0 – 5.6 mg formaldehyde.
  • ± 100 gr vis: ± 0.1 mg – 29 mg formaldehyde, of
  • ± 100 gr vlees: tot aan ± 2.0 mg formaldehyde.
  • Zuivel en drinken bevatten heel weinig formaldehyde, dus dat reken ik voor het gemak niet mee. Tussendoortjes, boterhammen, koekjes, enzovoort, laat ik maar even zitten.

Heel conservatief gerekend krijgt een peuter/kleuter per dag minstens 10 mg natuurlijke formaldehyde binnen via het eten; zo’n 0.8 mg/kg lichaamsgewicht.

Ten derde

Met een onwerkelijk lage en niet onderbouwde achtergrondblootstelling aan formaldehyde - 0.025 mg/kg lichaamsgewicht per dag - legt de NVWA bewust de nadruk op formaldehyde afkomstig uit melamine kunststof, met of zonder bamboe.

En die kunststofhoeveelheden zijn gemiddeld niet meer dan enkele milligrammen!

Dit NVWA-getal -0.025 mg/kg lichaamsgewicht per dag- omgerekend naar totale hoeveelheden formaldehyde per dag, levert ons voor een peuter/kleuter 0.3 mg; voor een volwassene 1,75 mg.

Met deze valse voorstelling van zaken plaatst de NVWA zich buiten de formaldehyde blootstellingswerkelijkheid waarmee het formaldehyde risico vanuit melamine kunststof fors wordt aangedikt.

Dan hebben we het nog niet eens gehad over het feit dat formaldehyde, afkomstig uit melamine kunststof servies, een keer ‘op’ is. Er kan niet meer uitkomen dan er in zit.

En dán moeten we het nog over de kern van de zaak hebben: over welk risico bij welke dosis formaldehyde gaat het eigenlijk? De toxicologie geeft antwoord.

Uit rattenproeven (Til et al., 1989) blijkt dat per dag 15 mg formaldehyde/kg lichaamsgewicht, toegediend via het drinkwater, geen zichtbaar effect heeft op met name de maag van de proefdieren.

Om zeker te zijn dat mensen geen enkel risico lopen wordt dit getal, ook wel de No-Observed Adverse Effect Level - NOAEL geheten, door 100 gedeeld.

Dus de maximale dagelijks dragelijke dosis (TDI - Tolerable Daily Intake) waar we ab-so-luut geen last van zullen krijgen gedurende ons hele leven is 0.15 mg formaldehyde/kg lichaamsgewicht.

Voor een volwassene (70 kg) is de ‘wetenschappelijk veilige dosis’ 10.5 mg formaldehyde per dag. Voor een kind (1-3 jaar; 12 kg) zou dat per dag 1.8 mg zijn.

Maar wacht eens even ….

Hadden we net niet geschat dat kinderen toch wel minstens 10 mg formaldehyde per dag van nature binnenkrijgen via de voeding? Yep.

Is dat geen probleem dan? Nope. En waarom dan wel niet? Een aantal redenen:

  • Formaldehyde dat van nature via voeding binnenkomt wordt heel snel omgezet in het lichaam. Dat doen we ook met ons eigen aangemaakte formaldehyde.
  • Formaldehyde is een reactieve stof die in voedsel zelf voor een deel gebonden is aan bijvoorbeeld eiwitten en dus beperkt beschikbaar is.
  • Formaldehyde dat uit melamine kunststof in ons voedsel terecht komt (dat is nogmaals een eindig proces!), wordt óók gebonden door voedsel, waardoor het minder toegankelijk is voor ons lichaam.
  • De TDI voor formaldehyde is een hele veilige norm berekend met een forse veiligheidsmarge. Overschrijding daarvan leidt niet zomaar tot een vergroot risico.

Ten vierde

De stelling op p. 8 in het BuRO-rapport dat als de “TDI wordt overschreden, [dat er] dan … zeker sprake [is] van een verhoogd gezondheidsrisico” is flauwekul én bangmakerij.

Dat brengt ons weer terug bij de natuurlijke blootstelling via voeding, want daar zijn we nog niet mee klaar. Wat is nu de geschatte totale natuurlijke blootstelling aan formaldehyde voor ons allemaal, uitgaande van 1 kg eten per dag?

Hoogstwaarschijnlijk niet meer dan ± 100 mg/dag. Dit is dus de geschatte bovenste blootstellingsgrens van onze dagelijkse dosis formaldehyde.

Blootstelling aan formaldehyde is dus per dag waarschijnlijk lager dan die 100 mg.

Mijn eigen schatting voor peuters/kleuters van minstens 10 mg formaldehyde per dag lijkt geen slechte schatting, maar is waarschijnlijk aan de lage kant.

Hoe dan ook: de getallen van ± 10 - 100 mg formaldehyde per dag liggen toch wel fors boven de TDI van 0.15 mg formaldehyde/kg lichaamsgewicht per dag.

En als we de melamine formaldehyde optellen bij onze dagelijkse blootstelling? Zitten we dan in de gevarenzone? Moeten we ons dieet aanpassen? Moeten we onze melamine servies weggooien en verbieden?

(Voor alle duidelijkheid: ook ik heb bamboe melamine servies. Spoiler alert: mijn bamboemelamine gaat de prullenbak niet in!)

Het antwoord op al deze vier vragen ligt deels in het rattenexperiment. In de herhaling: onderzoekers Til et al. kwamen op een NOAEL van 15 mg formaldehyde/kg lichaamsgewicht per dag.

Voor een volwassen mens van 70 kg zou de NOAEL dan op 1050 mg formaldehyde per dag uitkomen. Voor een 1 - 3 jarig kind van 12 kg is dat 180 mg formaldehyde per dag.

Beide waarden liggen (fors) boven het geschatte blootstellingsmaximum van 100 mg formaldehyde per dag.

Hohoho, niet zo snel geachte blogger, hoor ik u denken: ratten zijn geen mensen (alhoewel? … is dan de standaardgrap).

Maar laten we het eens van een andere kant bekijken.

Onderzoekers Gelbkea et al. (2019) berekenden dat voor de ratten-NOAEL er 260 mg formaldehyde per liter drinkwater is gebruikt in het experiment van Til et al. (1989; zie boven).

Omgerekend naar een TDI (u weet wel: de maximale dagelijks dragelijke dosis) voor voeding, is dat 32.5 mg/kg per dag.

Met deze veilige blootstellingswaarde, per kg voeding, zitten we in de echte wereld van normale formaldehyde blootstelling, in plaats van de gefantaseerde NVWA wenswereld van 0.3 - 1,75 mg per dag. En dat brengt mij bij het afsluitende punt.

Als laatste

Het BuRO-rapport doet een poging een perspectief op formaldehyde blootstelling vanuit melamine kunststof te verkopen die op meerdere niveaus onhoudbaar is. (Zie voor meer details mijn studie op Researchgate.)

Kijkend naar de breedte van de wetenschappelijke literatuur is de conclusie onontkoombaar dat formaldehyde blootstelling, óók afkomstig uit melamine kunststof servies binnen de huidige wettelijke grenzen, geen enkel risico vormt voor kinderen en volwassenen.

Ik kan dan ook niet anders dan constateren dat er met het BuRO-rapport wordt gegrossierd in bangmakerij van het publiek.

Vooral de verwijzing naar kinderen en formaldehyde blootstelling, altijd weer goed voor de kijkcijfertjes, is een poging die bangmakerij extra gewicht te geven.

Dat mag niet verbazen. Bangmakerij werkt. Zelfs, of misschien wel juist, als er wordt geschermd met wetenschappelijk onderzoek. En daar ligt tevens het probleem.

Wetenschappelijke kennis van selectieve aard, zonder context, dat wil zeggen geïsoleerd van de veel grotere werkelijkheid waarin we leven, betekent niets. En met dat laatste is wat betreft het BuRO-rapport in feite alles gezegd.