Genetisch gemodificeerde organismen. Wat zijn dat eigenlijk? Een (misschien wat nauwe) definitie, afkomstig van de EU, is bijvoorbeeld:
““genetisch gemodificeerd organisme (GGO)": een organisme, met uitzondering van menselijke wezens, waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze welke van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet mogelijk is.”
De genetische technologieën om (voedsel) GGO’s te produceren, die zeer gevarieerd en complex zijn, laat ik rusten in deze blogpost.
Er iets anders waar ik het over wil hebben, namelijk voorzorg. Het voorzorgbeginsel speelt namelijk een grote, en sterk selectieve, rol in het GGO-discours.
(En dan te bedenken dat ik precies zes jaar geleden ben gepromoveerd op voorzorg.)
De scheidslijn tussen GGO’s en ‘de rest’ is namelijk niet zo simpel als bovenstaande EU-definitie doet vermoeden. Dat kan goed worden geïllustreerd aan de hand van de veredeling van plantensoorten met radioactieve (ioniserende) straling.
Een heel goed voedsel-voorbeeld van, zoals dat heet, mutatie veredeling met ioniserende straling is durum tarwe, bekend van bulgur, couscous en natuurlijk de Italiaanse pasta’s.
De durum die we nu kennen is het resultaat van bestralingsexperimenten van Cappelli durum. De Castelfusano en Castelporziano mutanten zijn daar onder meer uit voortgekomen.
Prima tarwesoorten met een hoge voedingswaarde die in veel voedselproducten worden toegepast.
Stralingsdoses die leidden tot bruikbare mutaties in het uitgangsmateriaal -plantenzaden van Cappelli durum- zijn immens. Een voorbeeld: tussen de 15000 en 25000 Rad Röntgenstraling (150 - 250 Gy) werd gebruikt in het veredelingsproces.
Ter vergelijk: achtergrondstraling die van nature op ons inwerkt wordt geschat op zo rond de 2 - 2.5 mSv (0.002 - 0.0025 Gy).
In het licht van bovenstaande GGO-definitie van de EU, is de volgende vraag ‘best wel’ interessant:
Is dergelijke plantenveredeling, die gebruik maakt van bovenmatig hoge doses radioactieve straling, nu wel of niet natuurlijk? (Nou, wat denk je zelf?)
En deze is ook wel ‘leuk’:
Hoort voedsel ontstaan uit deze nogal ‘brute’ vorm van veredeling nu wel óf niet thuis in de GGO-afdeling?
Verrassing (of niet): daar vallen bovenstaande verdelingstechnieken, die hebben geresulteerd in hoogwaardig en veilig voedsel, niet onder.
Hiermee is de discussie omtrent GGO’s uiteraard nog lang niet beslecht.
Desalniettemin, het zal niemand verbazen, is wetgeving op genetisch-gemodificeerde organismen in Europa omvangrijk en restrictief.
Onderstaand stukje inleidende tekst van deze Richtlijn, waarvan de titel weinig aan de verbeelding overlaat, is er één om rustig na te lezen (nadruk toegevoegd):
“Op grond van dit wettelijk kader moeten ggo’s voor de teelt een individuele risicobeoordeling overeenkomstig bijlage II van Richtlijn 2001/18/EG ondergaan voordat zij in de Unie in de handel mogen worden gebracht, waarbij rekening wordt gehouden met de directe, indirecte, onmiddellijke en vertraagde effecten, alsook de cumulatieve langetermijneffecten voor de gezondheid van de mens en het milieu. Met die risicobeoordeling wordt wetenschappelijk advies gegeven ter ondersteuning van het besluitvormingsproces, waarna een besluit inzake risicobeheer volgt. Het doel van deze vergunningsprocedure is te zorgen voor een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mensen, de gezondheid en het welzijn van de dieren, het milieu en de belangen van de consumenten, waarbij tevens wordt gezorgd voor het doeltreffend functioneren van de interne markt. Een uniform hoog niveau van gezondheids-, milieu- en consumentenbescherming moet worden gerealiseerd en gehandhaafd op het hele grondgebied van de Unie. In het kader van Richtlijn 2001/18/EG en de tenuitvoerlegging ervan dient het voorzorgsbeginsel altijd in aanmerking te worden genomen.”
In relatie tot GGO-voedsel wil de Europese wetgevende macht oh zo voorzichtig zijn met ons, onze toekomst en deze wereld.
Daartoe wordt bij uitstek het voorzorgbeginsel ingezet.
Even terug in de tijd naar deze blogpost om (met nadruk) voorzorg weer scherp te krijgen, want simpel is het allerminst:
“… wanneer komt voorzorgbeleid in beeld …?
- Een schadedrempel: ‘irreversible damage to nature’, ‘a significant risk to nature’, ‘minimization of significant adverse effects on human health and the environment’;
- Omkering van bewijslast: bewijs van veiligheid behoort geleverd te worden door producenten van nieuwe producten en processen;
- Wetenschappelijke onzekerheid: er is geen duidelijkheid (wetenschappelijk of anderszins) over gevaren, kansen en omvang van effecten.
Deze drie zaken geven soms aanleiding om uit voorzorg nieuwe producten of processen voorlopig niet toe te staan dan wel te eisen dat onderzoek aantoont dat er geen gevaren te duchten zijn, nu niet en in de (verre) toekomst ook niet.”
Inzet van het voorzorgbeginsel geeft de overmoedige indruk dat men de menselijke geschiedenis in de hand heeft vóórdat die heeft plaatsgevonden.
Feitelijk kan worden geconstateerd dat de afgelopen tientallen jaren, onder verwijzing naar voorzorgbeginsel, de GGO ontwikkeling in Europa sterk is afgeremd.
Maar dan nu de genetische vaccins tegen COVID-19, bijvoorbeeld van Moderna en Pfizer-BioNtech. (Een Youtube filmpje laat keurig zien wat genetische vaccins precies zijn.)
Zijn die genetische vaccins GGO’s? Zeer zeker!
Hoe zit het dan met “de directe, indirecte, onmiddellijke en vertraagde effecten, alsook de cumulatieve langetermijneffecten voor de gezondheid van de mens en het milieu”?
Uuuhh … ten aanzien van de tijdelijk toegelaten genetische vaccins weten we daar in feite niets van!
Oh, maar dan geldt toch zeker het voorzorgbeginsel?
Yep: zie punten 1, 2, 3 van bovenstaand lijstje. Die zijn allemaal van toepassing op de genetische GGO-vaccins tegen corona.
Voorzorg, bij twijfel niet doen, werd en wordt nu eenmaal als dé gewenste respons op GGO’s gezien, zoals Greenpeace het verwoord in 2015:
“The preference would be to employ the precautionary principle and not to let crops developed using gene-editing (or ‘traditional’ genetic engineering techniques) enter the environment or food chain.”
De voorzorgstudie Onzekere veiligheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 2008 neemt een niet veel andere positie in.
De WRR propageert geheel in lijn met het voorzorgbeginsel de “kwetsbaarheid van mensen, samenleving en natuurlijke omgeving” (nadruk toegevoegd):
“Niets menselijks is wetenschappelijk onderzoekers vreemd. Zij kunnen arrogant zijn en hun eigen deskundigheid overschatten of aan ‘tunnelvisie’ lijden. Hoewel het overgrote deel van risico’s waarop het beleid zich richt naar voren is gebracht door wetenschappelijk onderzoek, hebben in enkele belangrijke gevallen juist wetenschappelijke buitenstaanders – individuele burgers, journalisten en ngo’s – aandacht gevraagd voor risico’s, niet zelden tegen de consensus van de wetenschappelijke wereld in. … de kernenergiediscussie en de discussie over genetisch gemodificeerde organismen en gewassen (gmo’s), spreken wat dit betreft boekdelen.
Hoewel in het algemeen door de wetenschap vastgestelde risico’s een gegeven vormen waarop beleid voortborduurt, kunnen risicomanagers dus niet blind varen op zulke oordelen. Alertheid voor signalen van buiten wetenschappelijke kring die erop zouden kunnen wijzen dat de wetenschappelijke consensus mogelijk misplaatst is, is geboden. Veel wetenschappelijke informatie is aanwezig in kringen die belang kunnen hebben bij het relativeren van risico’s. Zo is onderrapportage van de bijwerkingen van geneesmiddelen in door de farmaceutische industrie gefinancierd onderzoek een inmiddels wijd en zijd onderkend en goed gedocumenteerd gevaar ….”
Die alomtegenwoordig geachte kwetsbaarheid vereist dat met het voorzorgsbeginsel een proactieve omgang met onzekerheden wordt aangegaan, aldus de WRR.
Maar nu komt het: als het gaat over de genetische corona-vaccins geldt voorzorg niet.
Desondanks, de genetische vaccins als oplossing van de hoog geachte corona-nood hebben alle GGO- en gevaar-kenmerken om in aanmerking te komen voor een voorzorg-behandeling (om nog maar te zwijgen over de effectiviteit van dergelijke vaccins tegen corona).
Gevaren die het meest in het oog springen in relatie tot de blootstelling aan genetische vaccins zijn: overlijden na vaccinatie van vooral ouderen (zie ook dit artikel) en auto-immuniteit.
Om deze discrepantie te verbloemen, of gewoon te negeren, wordt bijvoorbeeld in de EU Verordening (EU) 2020/1043 in stelling gebracht:
“Gezien de doelstellingen van deze verordening, met name het waarborgen dat klinische proeven met geneesmiddelen voor onderzoek die geheel of gedeeltelijk uit ggo’s bestaan en die bestemd zijn voor de behandeling of de voorkoming van COVID-19 onverwijld van start kunnen gaan …, moet deze verordening met spoed in werking treden …”
Het woord ‘voorzorg’ en aanverwante artikelen zijn in dit stukje wetgeving in geen velden of wegen te bekennen.
Nu worden GGO’s, van het aanzienlijk meer invasieve medische soort dan voedsel, gezien als dé oplossing van al onze COVID-19 problemen.
Moet ik nu oproepen tot een boycot van genetische vaccins, in lijn met de Europese ‘voorzorgregels’ of de voorzorgreflecties van de WRR? (Alsof dat zou uitmaken!)
Nee, nee, absoluut niet!
Wat deze episode in onze geschiedenis laat zien is dat het voorzorgbeginsel ons nooit kan informeren over de keuzes die we altijd moeten maken in het leven, met veel, weinig of helemaal geen beschikbare kennis; met grote, kleine of onbekende kansen op gevaar.
Linksom of rechtsom, we moeten kiezen; niet kiezen is ook kiezen.
Maar de diepe ironie van dit tijdgewricht in onze voorzorgcultuur kan niemand ontgaan.
Het raakt precies datgene wat voorzorg in de kern verbeeld: angst. Angst voor ziekte, angst voor de dood.
We zijn angstig geworden (of gemaakt) voor nieuwe technologieën die heel erg eng lijken. Maar als de angst voor ziekte en dood pandemische vormen aanneemt, moet wetenschap en technologie ‘ons redden’(?).
Sciëntisme dus: wetenschap als religie?
Ik durf wel de (cynische) stelling aan dat de te betreuren doden onder (vooral) de zwakkere ouderen, die in verband kunnen worden gebracht met de toediening van genetische vaccins, onder het ‘tapijt van onze samenleving’ worden geveegd.
Waarom? Deze keer hebben niet alleen de farmaceutische bedrijven maar ook de politieke leiders van landen en de EU daar heel veel financiële en politieke baat bij.
Dát heeft de WRR meer dan tien jaar geleden nooit kunnen voorzien, ondanks het met enthousiasme gepropageerde voorzorgbeginsel.
De voorzorg-ironie is veelzijdig.
In mijn zwartste nachtmerries kom ik in mijn droomtoestand heel soms tot de morbide conclusie dat de overleden oudjes in onze samenleving, die genetische vaccins hebben gehad, toch nog enig nut hebben gehad: proefkonijnen voor de wetenschap.
God zij dank zijn mijn nachtmerries op de vingers van één hand te tellen.