Okay. Deze titel pakt de aandacht wel (denk ik). Hoezo is gezondheid niet alles? Het is toch het belangrijkste wat een mens kan hebben? Zeker in deze pandemische tijden!

In het rapport Burgers en Gezondheid Themarapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 staat het zo (nadruk toegevoegd):

“Keer op keer blijkt uit onderzoek dat Nederlanders gezondheid het allerbelangrijkste in het leven vinden …. Dat is misschien niet vreemd nu uit nieuw onderzoek blijkt dat mensen veel verschillende levensdomeinen onder het begrip gezondheid scharen …. Niet alleen lichaamsfuncties en dagelijks functioneren, maar ook sociaal-maatschappelijke participatie en zingeving maken deel uit van de gezondheid. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om betekenisvolle relaties, sociale en communicatieve vaardigheden en het nastreven van doelen en idealen. Voor mensen die te maken hebben met ziekte geldt dit nog iets sterker dan voor de gemiddelde Nederlander. Overigens vinden de meeste mensen hun eigen gezondheid goed. Desgevraagd antwoordt driekwart van de mensen dat zij hun eigen gezondheid als goed of zeer goed ervaren ….”

De vraag is, gezien het bovenstaande: wat is gezondheid eigenlijk? We hebben het er altijd over maar een definitie is wel zo handig. Vooruit. Laten we de oude WHO definitie er maar eens bijpakken:

“Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.”

Dat is nog al wat. Een gezond mens, volgens de WHO, is dus in een totale fysieke, mentale en sociale staat van welbevinden. Het is wel eens vaker opgemerkt, maar een dergelijke toestand komt hooguit voor tijdens een orgasme.

Kortom, deze definitie van gezondheid is onwerkbaar, want onrealistisch. Het geeft de dagelijkse werkelijkheid van niemand feitelijk weer. Wat zou dan een betere definitie zijn?

Dat brengt ons bij de vraag hoe wij dagelijks ‘in contact staan’ met onze omgeving. Wij halen adem bijvoorbeeld. Dat brengt tal van zaken -virussen (!), bacteriën, schimmelsporen, chemicaliën- bij ons naar binnen.

De gevaarlijkste stof van allemaal die we inademen is … zuurstof. We kunnen niet zonder, maar uiteindelijk overlijden we er aan. We ‘roesten’ langzaam weg door de blootstelling aan zuurstof:

ROS - Reactive Oxygen Species. Dat zijn (zeer reactieve) zuurstofverbindingen die worden gevormd in ons lichaam en zowel noodzakelijk zijn -ons immuunsysteem bijvoorbeeld is in grote mate afhankelijk van de giftigheid van ROS- als schade veroorzaken. Het is een ‘balanceer act’ van ons lichaam om zuurstof in toom te houden. Voor de chemici onder ons:

Voedselconsumptie is de route waarmee we de meest diverse soorten chemicaliën naar binnen werken. Daar kom ik nog een keer op terug (zie deze blogpost als opwarmertje). In totaal consumeren we zo’n 30 ton voedsel een heel leven lang.

(De lezer mag proberen te achterhalen hoeveel verschillende chemicaliën we per dag consumeren via ons ontbijt, de lunch, het diner, de tussendoortjes, de chips, kaasjes, ons glaasje wijn/whiskey/bier, enzovoort, maar zonder de E-nummers, toegepaste bestrijdingsmiddelen, en zo verder.)

Dit alles overziend, wat is gezondheid dan? Duidelijk is dat ons lichaam constant in de weer is in balans te blijven - dat heet homeostase.

Zonder zuurstof kunnen we niet, maar het moet ook in toom worden gehouden; onze lever is constant bezig om alle afvalstoffen die we via ons noodzakelijk voedsel binnenkrijgen af te breken en op te ruimen (een detox-dieet is volstrekte onzin; ‘detoxen’ doen we van nature zelf!).

De definitie van gezondheid ligt nu voor de hand: de mogelijkheden tot aanpassingen - ‘health is the ability to adapt’.

(Wat doe je als je astmatisch bent? Je gaat sporten om je weerstand tegen ‘tegenstribbelende longen’ te vergroten.)

Ons aanpassingsvermogen, zowel binnen als buiten onszelf, laat zien dat wij onder tal van omstandigheden kunnen functioneren. (Zie het boek van Georges Canguilhem The Normal and the Pathological.)

De filosofie van perfecte gezondheid à la de WHO is een doodlopende weg geplaveid met eindeloze geboden en verboden van toenemende repressieve aard. Het gaat uit van een hiërarchische status quo: dít is gezondheid.

Voorbeelden: de diëten tirannie, de ‘ideale gewicht’ voorschriften, de gezond-en-duurzaam-voedsel geboden, de minder-vlees-is-beter-voor-je reclames, de nooit-meer-alcohol adviezen, de meer-sporten rages, enzovoort, enzovoort.

De huidige pandemische politiek, specifiek tot uitdrukking gebracht in ‘isolatie’ - wat is ‘intelligente lockdown’ toch een prachtige verkooptruc van repressieve politiek (waar we nog lang niet vanaf zijn) - en sociale afstand, is 20 jaar geleden al pijnlijk nauwkeurig beschreven door Michael Fitzpatrick in zijn The Tyranny of Health (t.a.v. de toenmalige AIDS epidemie; nadruk toegevoegd):

“The Aids panic that took off in the late 1980s and surged through the 1990s was the greatest health-related scare of our time. It had a profound effect on society and accelerated changes in the relationships between the state and the individual, and between doctor and patient, that had been proceeding more gradually over the previous decade. A phenomenon of much wider significance than the novel viral infection on which it was based, the panic was both a product of the peculiar insecurities of the historical moment in which it emerged and a force which intensified them. While the panic provoked private fears of a deadly disease, it also fostered new institutions embodying new forms of solidarity and promoted, in the form of the safe sex code, a new moral framework. It encouraged an already growing preoccupation with health or, to be more precise, with disease. The contemporary obsession with illness and death, with morbidity and mortality, so powerfully reinforced by the Aids crisis, increased the dependence of patient on doctor and strengthened the authority of the state over the individual.”

Lees dit eens rustig door. De obsessie met ziekte en gezondheid, leven en dood en de persoonlijke afhankelijkheid van professionals, beleidsmakers en bovenal de Staat komt nu steeds meer naar voren. God is de Staat geworden, en vertelt ons wat we ‘moeten doen om in leven te blijven’.

De ironie wil dat in onze onafhankelijkheidsdrift van God en gebod, we niet meer dan slaafse volgers zijn geworden van een seculiere Staat die ‘weet wat goed voor ons is’.

We staan in feite met lege handen: het leven moet koste wat kost zo lang mogelijk gecontinueerd worden en wel zo gezond mogelijk. Dat het leven veel groter is dan dat zijn we, willens en wetens, ‘vergeten’.

In het vijfde boek van de Harry Potter reeks - The Order of the Phoenix - komt een scene voor die als vlammende kritiek kan beschouwd worden tegen het huidige tijdsgewricht. Ik leg niets uit (of lees verder in het boek). Lees, geniet en trek je conclusies:

““You do not seek to kill me, Dumbledore?” called Voldemort, his scarlet eyes narrowed over the top of the shield. “Above such brutality, are you?” “We both know that there are other ways of destroying a man, Tom,” Dumbledore said calmly, continuing to walk toward Voldemort as though he had not a fear in the world, as though nothing had happened to interrupt his stroll up the hall. “Merely taking your life would not satisfy me, I admit —” “There is nothing worse than death, Dumbledore!” snarled Voldemort. “You are quite wrong,” said Dumbledore, still closing in upon Voldemort and speaking as lightly as though they were discussing the matter over drinks. Harry felt scared to see him walking along, undefended, shieldless. He wanted to cry out a warning, but his headless guard kept shunting him backward toward the wall, blocking his every attempt to get out from behind it. “Indeed, your failure to understand that there are things much worse than death has always been your greatest weakness —”