Hoe zijn we verzeild geraakt in dit romantisch-technocratische tijdperk? Hoe kan het dat een romantisch wereldbeeld -de cultureel-ecologische kritiek- macht en status krijgt? Dat zijn de vragen die we hier zullen onderzoeken.
In de eerste blog in de deze serie, benoem ik een kenmerk van de groene romantiek die hier van belang is: wetenschap, techniek en maakbaarheid worden tegelijkertijd afgewezen én omarmd.
Eerst de afwijzing. Romantici (van nu en weleer) wijzen wetenschap en technologie terecht af (u leest het goed!) indien beiden sciëntistisch worden opgevat.
Even voor de duidelijkheid (zie Het Klimaatplan: een drama in veelvoud): sciëntisme gaat uit van de idee dat wetenschap de werking en structuur van de wereld in zijn totaliteit kan doorgronden. Dat is natuurlijk flauwekul.
Meredith Veldman, in haar prachtige boek Fantasy, the Bomb and the Greening of Britain. Romantic Protest, 1945 – 1980, stelt dat het romantisch herschepping van de samenleving
“… is centred on the in essence correct conviction that modern science with all its statistical, explicatory and reductionist potential cannot depict or grasp the whole of reality, which is experienced beyond the reach of the physical senses.” (Utopia and Gospel, p. 147)
Voor Veldman is ‘romanticism’ dus een wereldbeeld dat verder wil en kan reiken dan de wetenschap met haar empirie, statistiek, beschrijvingen, verklaringen en voorspellingen kan omvatten.
En toch is de romantiek verweven geraakt met de technocratie. Anders gezegd, de groene romantici hebben wetenschap, technologie en maakbaarheid enthousiast en vol overgave omarmd.
Preciezer: de groene romantici zijn er van overtuigd dat wetenschappelijk onderzoek naar de ‘staat van de wereld’ hun romantisch wereldbeeld bevestigd.
Tal van onderzoeksinstellingen zijn in het leven geroepen, zowel in Nederland als daarbuiten, om de ‘staat van de wereld’ op tal ven terreinen te monitoren en adviezen te geven hoe het ‘beter’ moet. In willekeurige volgorde: RIVM, PBL, WRR, IUCN, IPCC, UNEP, IIASA, EEA, enzovoort, enzovoort.
Rachel Carson heeft dus ‘gelijk’. We gaan een vogelloze lente/bijenloze wereld tegemoet vanwege bestrijdingsmiddelen; kooldioxide gaat ons klimaat in de war schoppen; PFAS zal ons immuunsysteem verrampeneren, enzovoort omdat wetenschappelijk onderzoek dat zegt.
Wat heeft de switch veroorzaakt van de romantische afwijzing naar de omarming van wetenschap en technologie?
De romantische kritiek op industrialisatie en verwetenschappelijking van de samenleving -cultureel-ecologische kritiek- heb ik kort geïllustreerd aan de hand van het werk van Tolkien en Blake maar ook Carson.
Die romantische cultureel-ecologische kritiek krijgt onverwachte steun in de rug met het verschijnen van 2 rapporten in het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw: het wereldberoemde The Limits to Growth; A Report for the Club of Rome’s Project on the Predicament of Humankind en het veel minder bekende VN-rapport Only one Earth: the Care and Maintenance of a Small Planet.
Het minder bekende rapport combineert feilloos een romantisch verlangen tot planetaire eenheid met de natuur met pseudo ‘hard-wetenschappelijke’ uitspraken over de noodzaak daarvan:
“If this vision of unity –which is not a vision only but a hard and inescapable scientific fact– can become part of the common insight of all the inhabitants of planet Earth, then we may find that … we can achieve just enough unity of purpose to build a human world. In such a world, the practices and institutions with which we are familiar inside our domestic societies would become, suitably modified, the basis of planetary order.
But possibly it is precisely this shift of loyalty that a profound and deepening sense of our shared and interdependent bio- sphere can stir to life in us. …Today, in human society, we can perhaps hope to survive in all our prized diversity provided we can achieve an ultimate loyalty to our single, beautiful, and vulnerable planet Earth.” (p. 219-220)
Lees deze quote rustig door. Wat een ronkende taal! Wat een romantiek, en wat een kritiek op het huidige menselijke bestaan met haar landen en grenzen. Op naar een regering van wereldformaat. Zijn we alweer beland in de utopie.
En zo zijn we terug bij het begin. Romantiek en de ‘nieuwe mens’ gaan hand in hand in hand met die wetenschappelijke kennis die past in het romantisch-ecologische beeld ooit geconstrueerd vanaf de 18de-19de eeuw.
Overdrijf ik hier? Is wetenschappelijke kennis inderdaad in dienst getreden van de romantische cultureel-ecologische kritiek? Niet helemaal.
In feite hebben beiden elkaar gevonden en versterkt in de 2de helft van de 20ste eeuw. De technocratische utopisten van de Club van Rome en de Verenigde Naties gebruikten taal die aansloeg bij de ecologische romantici.
En dat versterkte tevens de behoefte om de pastorale idylle, in de vorige blog in deze serie geïllustreerd aan de hand van de ‘ecologische indiaan’, te historiseren, ‘echt’ te maken.
Al het wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld, naar de vermeende voordelen van de biologische landbouw passen precies in dit plaatje: romantisch en (pseudo)wetenschappelijk. Beiden horen bij elkaar, anders ‘gelooft’ niemand het ‘sprookje’. Zoals Crutzen en Schwägerl het prachtig zeggen:
“Global agriculture must become high-tech and organic at the same time, allowing farms to benefit from the health of natural habitats.”
En (nadruk toegevoegd):
“Imagine our descendants in the year 2200 or 2500. They might liken us to aliens who have treated the Earth as if it were a mere stopover for refueling, or even worse, characterize us as barbarians who would ransack their own home. Living up to the Anthropocene means building a culture that grows with Earth’s biological wealth instead of depleting it. Remember, in this new era, nature is us.”
De technocraat (wetenschapper) is romanticus geworden die echt gelooft in het eigen wetenschappelijk verhaal en verlangt naar de ‘good ol’ days' van de Shire. Hij is Friedrich’s Der Wanderer über dem Nebelmeer. Maar de romanticus van weleer, ondanks alle tekortkomingen en fantasietjes, weet wel beter: de wereld is veel groter dan wetenschappelijke kennis kan blootleggen.