De theologie van een politiek stuk: de Europese Green Deal. Klinkt heel vreemd. Maar dat is het allerminst. Misschien moeten we het in eerste instantie niet theologie noemen. Wereldbeeld klinkt wat neutraler.

Wat is dat, een wereldbeeld? Een wereldbeeld is ten diepste een ‘view of life’, een ‘worldview’ zoals de filosoof Mikael Stenmark het noemt. Het is niet alleen een kijk op de wereld -zeg maar een ‘theoretisch kader’- maar ook hoe die kijk de omgang met de wereld bepaald -zeg maar de praktijk van het betreffende wereldbeeld.

Wij mensen geven zin en betekenis aan en in ons leven en dat roept de vraag op welk wereldbeeld beiden het best kan omvatten en invullen. En dat hoeft niet altijd op een bewust niveau plaats te vinden.

In ieder geval behoort een wereldbeeld de praktijk van het geleefde leven, de fundamentele existentiële kwesties van alle mensen, te adresseren: lijden, ziekte, dood, schuld, zinloosheid, maar ook vreugde, relaties, geboorte, vriendschap, sexualiteit, en zo verder.

Het theoretische kader van een wereldbeeld behelst bijvoorbeeld de kijk op het ontstaan van het leven en de ontwikkeling daarvan in dit heelal, hoe (zelf)bewustzijn moet worden begrepen (een ‘philosophy of mind’), de plaats van morele waarden, een begrip van rationaliteit, enzovoort, enzovoort.

Een wereldbeeld is, om met Emile Rutten te spreken (zie tal van lezenswaardige en zeer verhelderende teksten op zijn site), een praktisch-theoretisch existentieel totaalkader waarbij ons volledige mens-zijn betrokken is: ons verstand, onze ervaringen en onze emoties.

En nu de Europese Green Deal. Wat voor ‘wereldbeeld’ wordt daar verkondigd? Nou, termen zoals ‘klimaatneutraliteit’ en ‘bescherming van leven’, inclusiviteit', ‘welzijn van mensen’ worden in ieder geval gebezigd. Dit zijn min of meer samenhangende zaken die uit documentatie van de Europese Commissie (EC) komen.

Kan daar een wereldbeeld uit worden gedestilleerd? Ik denk het wel. Wat betreft het praktische kader concentreert de Europese Green Deal zich onder andere op het welzijn van mensen (lijden, ziekte en dood). Dit welzijn, voor iedereen beschikbaar natuurlijk (‘inclusiviteit’), wordt via het terugdringen van kooldioxide emissies verbeterd, zo is de gedachte. Of zoals Frans Timmermans het verwoordt:

“Met ons voorstel mikken we op een groene en inclusieve transitie om het welzijn van de mensen te verbeteren en de komende generaties een gezonde planeet na te laten.”

Wat betreft het theoretische kader biedt de Groene Deal op het oog weinig. Het roept hooguit een intergenerationeel beeld op: de emissiereducties zal ten goede komen aan onze kinderen en kleinkinderen. Of zoiets.

Als je wat preciezer kijkt, blijkt dat de EC openlijk dreigt. Ze dreigt met dood en verderf als we niets doen: 400.000 vroegtijdige sterfgevallen door luchtvervuiling; 90.000 doden door hittegolven; 660.000 asielaanvragen als de temperatuur 5°C stijgt; 16% van de soorten dreigen uit te sterven bij een temperatuurstijging van 4.3°C (let op het getal achter de decimaal), enzovoort.

Om nog maar te zwijgen over de economische klimaat schadeposten. Lees zelf maar en huiver (zie de documentatie die ik hierboven heb gelinkt).

Het wereldbeeld van de EC komt dus pas echt op stoom (woordspeling inbegrepen) met haar dreigementen. Met de Groene Deal wordt angst voor de toekomst aangewakkerd. En dat is een weloverwogen keuze.

Er wordt ons namelijk een klimaat-dystopie voorgehouden, tenminste als we de EC niet laten ingrijpen. Alleen op internationaal/globaal niveau kan de klimaat-dystopie worden afgewend, zo is de overtuiging.

En wie dystopie zegt, zegt, bingo, utopie.

De EC probeert onder dreiging een groen utopisch wereldbeeld te verkopen. Met wat?: gemodelleerde angstvoorstellingen. En daarmee is haar theoretisch kader blootgelegd: een zonnige toekomst voorspiegelen door te dreigen.

De Groene Deal is niets meer dan een hol vat waarin gemodelleerde dreigementen van de wanden echoën. Maar de kosten stellen heel veel voor: honderden miljarden per jaar. Dat zijn de schattingen althans. En dan kun je onmogelijk spreken van een ‘goeie deal’.

(Hoeveel doden die groene kosten veroorzaken zullen we later eens onder de loep nemen.)

Ik zou de Groene Deal ‘theologie van de armoede’ noemen: een dialectische propaganda van het afschrikwekkend heden én de gefabuleerde (pardon: gemodelleerde) toekomst met bijpassend (dat wil zeggen afgedwongen) ‘oneindig’ Europees budget.

Of is ‘theologie van de aflaat’ een betere beschrijving? (Alleen dan zonder soteriologie (heilsleer), want geen Europese burger plukt er de vruchten van. Nu niet, straks niet, en na de dood is er niks.)

Paus Johannes Paulus II, in Veritates Splendor, begreep het een stuk beter: “Nulla absolutio, quae ex indulgentibus doctrinis etiam philosophicis vel theologicis provenit, hominem vere felicem facere potest: una Crux gloriaque Christi ab inferis excitati, pacem eius conscientiae eiusque vitae salutem donare possunt.”

En nu in gewoon Hollands (nou ja, gewoon):

“Geen vrijspraak, die door welgevallige doctrines, ook van theologische of filosofische aard, aangeboden wordt, zal de mensen waarlijk gelukkig maken: alleen het Kruis en de heerlijkheid van de verrezen Christus kunnen zijn geweten vrede en zijn leven redding schenken.”

Niks aan toe te voegen.