Het moge duidelijk zijn: we zijn nog maar net begonnen met het analyseren van voorzorg. En openingszetten zijn meestal niet bijster interessant. Maar wel noodzakelijk.
Even terug: preventie is gericht tegen díe gevaren, kansen en omvang van effecten waarvan we (enig) weet hebben. Overstromingen, orkanen, crashende harde schijven, infectieziekten (griep, rabies, mazelen, enzovoort), blikseminslag, en ga zo maar door, zijn gevaren die zijn gezien en gerapporteerd door mensen.
En we hebben ideeën en kennis welke preventiemaatregelen effectief zijn om deze gevaren in te dammen. Neemt niet weg dat we lang niet altijd effectief zijn in preventie.
Voorzorg echter is gericht tegen die gevaren waarvan we veel minder weten in termen van kansen, omvang en effecten. Daarnaast hebben die gevaren meestal een (zeer) lange aanlooptijd.
Een voorzorg definitie is nu wel handig. Dit is een ‘vroege variant’ en staat in de World Charter for Nature (1982; nadruk toegevoegd):
“Activities which might have an impact on nature shall be controlled, and the best available technologies that minimize significant risks to nature or other adverse effects shall be used; in particular:
(a) Activities which are likely to cause irreversible [onherstelbare] damage to nature shall be avoided;
(b) Activities which are likely to pose a significant risk to nature shall be preceded by an exhaustive examination; their proponents shall demonstrate that expected benefits outweigh potential damage to nature, and where potential adverse effects are not fully understood, the activities should not proceed …”
En de Rio Declaration on Environment and Development (1992; nadruk toegevoegd):
“In order to protect the environment, the precautionary approach shall be widely applied by States according to their capabilities. Where there are threats of serious or irreversible damage, lack of full scientific certainty shall not be used as a reason for postponing cost-effective measures to prevent environmental degradation.”
Vooruit, nog één dan en wel uit de Report of the World Summit on Sustainable Development (2002; nadruk toegevoegd):
“… chemicals are used and produced in ways that lead to the minimization of significant adverse effects on human health and the environment, using transparent science-based risk assessment procedures and science-based risk management procedures, taking into account the precautionary approach, as set out in principle 15 of the Rio Declaration on Environment and Development …”
Een hele waslijst aan teksten in internationale overeenkomsten. En er zijn er nog veel meer. De Rio definitie (de tweede in dit rijtje) is de belangrijkste en meest geciteerde. En het klinkt allemaal zo logisch!
Wat is nu de kern of zijn de kernen van voorzorg, dat wil zeggen wanneer komt voorzorgbeleid in beeld in bureaucratische kringen? Drie zaken:
- Een schadedrempel: ‘irreversible damage to nature’, ‘a significant risk to nature’, ‘minimization of significant adverse effects on human health and the environment’
- Omkering van bewijslast: bewijs van veiligheid behoort geleverd te worden door producenten van nieuwe producten en processen
- Wetenschappelijke onzekerheid: er is geen duidelijkheid (wetenschappelijk of anderszins) over gevaren, kansen en omvang van effecten.
Deze drie zaken geven soms aanleiding om uit voorzorg nieuwe producten of processen voorlopig niet toe te staan dan wel te eisen dat onderzoek aantoont dat er geen gevaren te duchten zijn, nu niet en in de (verre) toekomst ook niet.
Een andere voorzorgsmaatregel kan zijn dat er strikte voorwaarden worden gesteld bij de lancering van die nieuwe producten of processen.
Bij dit alles ontstaat een probleem: wetenschappelijk onderzoek geeft over gevaren waar we het hier over hebben vrijwel nooit uitsluitsel. En dat is niet zo moeilijk te begrijpen: hoe doe je wetenschappelijk onderzoek aan gevaren die zich wel/niet kunnen voordoen op de hele lange termijn?
Nog een probleem: wetenschappelijk onderzoek dat wordt ingezet bij het ‘verkleinen van onzekerheden’ rondom mogelijke gevaren kan nieuwe onzekerheden oproepen. En dat is allerminst verbazingwekkend.
Hoe nu verder? We zullen zien …