Tja … wat moet je met zo’n blogposttitel. Ik ben nota bene zelf academicus. En nog wel één van het ‘ergste soort’: een chemicus. Wij maken al die ‘rotzooi’ zoals PFAS. En ik houd het even hier bij. Dat is al erg genoeg.

Dus misschien heb ik nog gelijk ook (altijd fijn als academicus om gelijk te hebben; daar doe je het allemaal voor). Einde blogpost. Nou ja, toch maar wat dieper graven.

Laten we de nieuwe PFAS-normen eens onder de loep nemen. Als we dat gedaan hebben komen we terug op de rol van (sommige) academici.

Voor PFOS (perfluoroctaansulfonaten) adviseert het RIVM een tijdelijke achtergrondwaarde van 0,9 microgram per kilogram grond. Voor PFOA (perfluoro octanoic acid) 0,8 microgram per kilogram grond.

Deze twee tijdelijke normen moeten ruimte geven aan bouwend en verplaatsend Nederland. Maar wacht even. Waar gaan deze twee getallen om? Het RIVM:

Een achtergrondwaarde geeft aan hoeveel PFAS er al in de bodem zit. Heeft een partij grond een lagere concentratie PFAS dan de achtergrondwaarde? Dan kan de grond verplaatst worden binnen de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Zo kan grond- en bagger worden toegepast zonder dat de bodem verder vervuilt. Bij toepassing van grond die voldoet aan deze tijdelijke achtergrondwaarden zijn de risico’s voor de mens en het ecosysteem verwaarloosbaar.

Met een paar datasets uit Nederland heeft men een soort van ‘achtergrondwaarde’ bepaald van beide PFAS. Immers, deze stoffen komen al in de bodem voor als gevolg van decennia historisch gebruik, en dat kan niet ongedaan worden gemaakt.

Dus beide getallen zeggen niets over blootstelling, giftigheid en wat dies meer zij. Het is een soort ‘gemiddelde’ van wat er al in de bodem zit. En als grond wordt verplaatst, behoor je te verplaatsen zonder dat concentraties ergens toenemen in de bodem.

Ja en…? Wat is daar zo boeiend aan? Nou, PFOS en PFOA zijn ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen’. Let op de hoofdletters! Dat soort stoffen spreek je met u aan! Krijg nu al kippevel.

En wat zijn ZZSen? “Dat zijn chemische stoffen die vanwege hun eigenschappen gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het beleid in Nederland is erop gericht te voorkomen dat deze stoffen in de leefomgeving komen en zich verspreiden.” Aldus het RIVM.

Gevaarlijk! Ha! Dat hebben we eerder gezien. Het RIVM doet hier een loze uitspraak. Nogmaals:

  • Alle stoffen zijn giftig; de dosis bepaalt of iets niet giftig is!
  • Gevaar heeft geen betekenis (dringt dat door?!); de kans op het gevaar en de effecten des te meer!

Het rapport (852 pagina’s!) van de Agency for Toxic Substances and Disease Registry (ATSDR) and the Environmental Protection Agency (EPA) over PFAS laat niet het meest spannende materiaal zien wat de toxicologie over het algemeen te bieden heeft. (Actually kinda boring.)

Maar er is veel ‘onzeker’. Wat te doen? Voorzorg natuurlijk! Als het allemaal niet duidelijk is moet je ‘zo veilig mogelijk’ opereren. Zoals in de Volkskrant van 28 november 2019 staat:

“Dan kun je … beter uit voorzorg een flinke veiligheidsmarge hanteren bij het vertalen van zo’n resultaat uit het laboratorium naar een veiligheidsnorm voor de praktijk.”

Nou … nee. De uit voorzorg beoogde gezondheidswinst is onmeetbaar, en ze is zeer kostbaar. Van de samenleving wordt dus een enorme inspanning vereist om niets tastbaars, dan alleen het goede gevoel van de onderzoekers en misschien de bange burger.

Oh, en trouwens, het gaat hier over regenwormen, en niet over mensen.

PFAS fungeert als model van de rol van een bepaalde zeer kleine groep personen, academici met de beste bedoelingen, die sturing geeft aan de gehele samenleving. Of preciezer: een belangrijk deel van de samenleving stillegt.

En dat roept de vraag op: wat heb je aan zo’n groep academici die de politiek opdracht lijkt te kunnen geven wetgeving te produceren die onwerkbaar is?

Wacht even; niet zo snel: ze zijn de beschermers van de gehele bevolking! Lijkt me duidelijk, niet? Nou, dat valt nog te bezien.

Nogmaals: PFAS-blootstelling vindt voornamelijk plaats via voeding, niet de bodem (dan alleen indirect).

Wat academic vaak nauwelijks kunnen is de consequenties overzien van het eigen werk. Dat de mogelijke giftigheid van een stof (dosis onbekend!) die voorkomt in het milieu slechts een heel heel klein deel is van het grote geheel van gezondheidsinvloeden van menselijk gedrag (roken, overmatige alcoholgebruik, enzovoort) ontgaat hen meestal.

En als hen dat niet ontgaat vinden ze vaak de eigen bevindingen zó belangrijk, dat alles moet wijken voor dat uitgedragen academisch perspectief. En voorzorg kun je altijd inzetten, want dat verkoopt goed aan vrijwel iedereen. Zeker angstige politici.

En wat heb je dan aan die academici die vinden dat alles moet wijken voor het eigen gelijk (althans in hun ogen)? Eigenlijk niets. Je hebt er alleen maar heel erg veel last van.

(Nota bene, als mensen hun werk verliezen vanwege die PFAS-normen, heeft dat wel aantoonbare gezondheidseffecten. Mensen zonder baan leven ongezonder en korter!!!)

Bescheidenheid siert de mens; dat zouden academici ook eens moeten proberen. Oh ja, ik ben er zelf ook één. Zucht.