Zorgen en angsten. Oude en nieuwe dreigingen. Veranderingen en stilstand. Er valt veel te zeggen over de tijd waarin we leven. We waren gebleven bij de zorgen voor morgen die ook de nodige angstgevoelens lijken op te roepen.
Meer dan drie decennia geleden had de bekende Duitse socioloog Ulrich Beck het daar al over. Na de brand in reactor no. 4 van de de kerncentrale in Tsjernobyl, [schreef hij het volgende]( “Beck, U. 1987. The Anthropological Shock: Chernobyl and the Contours of the Risk Society. Berkeley Journal of Sociology: A Critical Review 32: 153 – 165."):
“From one to the next, Chernobyl made conscious what has already been true for a long time: not just in the nuclear age, but with the industrial universalization of chemical poisons in the air, the water, and foodstuff as well, our relation to reality has been fundamentally transformed. To use a famous analogy, private control over the means of perception has been overthrown. The senses have been expropriated-in all the splendor of their images of reality. … our senses have become useless in the face of the atomic danger. It is only too easy and too desirable to deceive ourselves about this by considering only their adequate perfectly functioning.”
Wat zegt Beck hier allemaal? Nou: de lucht die we inademen, het water en voedsel dat we drinken en eten zijn allemaal “vergiftigd” met chemische stoffen afkomstig van de alomtegenwoordige industrie.
Onze verhouding tot de werkelijkheid is daardoor totaal verandert, aldus Beck. En de ramp in Tsjernobyl heeft dit allemaal duidelijk gemaakt. Onze zintuigen zijn nutteloos in deze nieuwe industriële wereld. We kunnen de ‘chemische vergiften’ om ons heen en in ons niet ruiken of proeven of zien; straling kunnen we niet zien (ervaren) en toch worden we er allemaal aan blootgesteld.
We houden onszelf voor de gek door aan te nemen dat alles toch normaal werkt! Niets is minder waar. De industriële samenleving -het atoomtijdperk- heeft onze wereld ‘onzichtbaar’ ondermijnd. We hebben nu experts nodig, met hun onbegrijpelijke meetapparatuur, om onze zintuigen aan te vullen, of eigenlijk te vervangen.
Onze ‘private’, eigen observaties doen er niet meer toe. We kunnen er niets mee. We zijn daarmee slaven geworden van experts en technologie. Aldus Beck.
En vertellen die experts ‘de waarheid’ over de dreigingen die ons leven mogelijk in gevaar brengen? Wie betaalt, bepaalt? Of bestaan er nog onafhankelijke individuen die ons toeroepen dat we het ‘allemaal verkeerd doen’ of juist ‘op de goede weg zijn’?
Zorgen zijn dus angsten geworden: de verdeling van schaarse middelen is de verdeling van moderne risico’s geworden. En dat niet alleen; we willen al die moderne risico’s uitbannen. We willen ons veilig weten in deze samenleving. [ Zygmunt Bauman]( “Bauman, Z. 2007. Liquid Times. Living in an Age of Uncertainty. Polity Press, Cambridge.") zegt het als volgt:
“Unable to slow the mind-boggling pace of change, let alone to predict and control its direction, we focus on things we can, or believe we can influence …. We are engrossed in spying out ‘the seven signs of cancer’ or ‘the five symptoms of depression’, or in exorcising the spectre of high blood pressure, a high cholesterol level, stress or obesity. In other words, we seek to substitute targets on which to unload the surplus existential fear …. Each next revision of the diet in response to a successive ‘food panic’ makes the world look more treacherous and fearsome, and prompts more defensive actions – that will, alas, add more vigour to the self-propagating capacity of fear.”
Met behulp van de risico’s van voedselconsumptie, laat Bauman ons zien dat we van het ene naar het andere dieet ‘rennen’ om ons veilig te stellen voor de risico’s van de toekomst. Maar elk ‘nieuw wetenschappelijk inzicht’ doet ons niet zelden veranderen van dieet omdat het oude ons te gevaarlijk lijkt. En zo houden we elkaar bezig met de nieuwste ‘risque du jour’.
Het doet mij denken aan het rijmpje dat mijn oude vader mij wel eens toefluisterde: ‘Pijn is fijn, jeuk is leuk, bloed moet en angst duurt het langst’. En die angst wordt in onze samenleving vooral opgeroepen en in stand gehouden door dreigingen die allemaal dezelfde kenmerken vertonen:
- Niet waar te nemen met onze zintuigen;
- Grens- en generatie overschrijdend;
- Niet te managen met verzekeringen of wetten en regels.
Kortom, waar gaat dit allemaal heen! Heeft Greta Thunberg dan toch gelijk:
“You have stolen my dreams and my childhood with your empty words. … People are suffering. People are dying. Entire ecosystems are collapsing. We are in the beginning of a mass extinction, and all you can talk about is money and fairy tales of eternal economic growth. How dare you! For more than 30 years, the science has been crystal clear. How dare you continue to look away and come here saying that you’re doing enough, when the politics and solutions needed are still nowhere in sight.”
Grote woorden voor een tiener die de wereld voor haar ogen ten onder ziet gaan aan onze welvaart en hang naar groei. Ze lijkt wel een jonge Ulrich Beck: angst, angst en nog eens angst voor de toekomst, omdat wij mensen die toekomst vernietigen met onze industriële activiteiten, energiegebruik en economische groei.
Maar is dat wel zo? Of gaat het over iets heel anders? Volgende blogpost meer …